„Zelfbeeld kleurt het godsbeeld”
Het beeld dat mensen van God hebben, wordt gekleurd door hun zelfbeeld, vindt godsdienstpsychologe dr. Joke van Saane. „In onze persoonlijke godsbeelden verdringen we wat ons pijn doet en laten we oplichten waar we goed in zijn.”
Dat zei dr. Van Saane, docent godsdienstpsychologie aan de VU in Amsterdam en oud-CSFR-lid, woensdagavond tijdens de jaarlijkse zomerconferentie van de reformatorische studentenvereniging CSFR in Lievelde.
Overdag dachten de studenten na over de theologische inhoud van godsbeelden. ’s Middags was er tijd voor ontspanning. In het jaarlijkse voetbalduel tussen de CSFR en de reünistenvereniging RRQR wonnen de huidige studenten. Nadat de reünisten al zes jaar de prof. dr. A. A. van Rulerbokaal in hun bezit hadden, kwam die woensdag weer in handen van de CSFR.
Ouderbeelden
„Hoe je zelf bent, hoe je naar je ouders kijkt en hoe je met anderen omgaat, bepaalt hoe je God ziet”, stelde dr. Van Saane. Ze ontkent niet dat Bijbel en traditie dat beeld corrigeren, maar vanuit haar vakgebied construeert ze godsbeelden vanuit zelfbeelden en ouderbeelden.
Volgens de godsdienstpsychologe wil elk mens zichzelf zó neerzetten dat hij goed over zichzelf kan denken. Die basishouding kan echter positief of negatief geladen zijn, hoewel er ook schakeringen zijn. Allerlei ervaringen, maar nog meer de relatie met je ouders, bepalen hoe die basishouding is. Dat zet zich volgens haar voort in de relatie met God, want een mens verdisconteert altijd aardse relaties in zijn relatie met God. „Aan zo’n basishouding valt wel wat te sleutelen, maar we doen er goed aan om in te zien waarom we zijn zoals we zijn.”
Ze verduidelijkt: „Een kind met afwezige ouders en veel negatieve feedback zal zichzelf weinig waard vinden. Door wantrouwen durft hij zich niet snel te geven aan mensen. In God kan hij dan compensatie zoeken; Hij functioneert dan als de ideale vader. Kinderen die zich wel gesteund en gewaardeerd voelen door hun ouders, zullen veel opener mensen tegemoet treden, boeken daarin succes en zoeken voortzetting van die positieve gevoelens in God.”
Boerenbedrog
Van Saane werkt dat uit door gebedsgenezing als voorbeeld te nemen. In haar onlangs gehouden onderzoek ”Gebedsgenezing: boerenbedrog of serieus alternatief?” bleek dat alleen mensen met een ziekte van psychologische aard baat hebben bij een dergelijke vorm van genezing. „Mensen met kanker, hartfalen of een gebroken been kunnen het dus wel vergeten.”
Volgens haar krijgen mensen met een psychologische ziekte niet altijd steun vanuit hun omgeving. „Het zit tussen de oren, zegt men dan. Bij een gebedsgenezer krijgen ze juist alle aandacht. Hun ziekte is niet raar en hun komst is een bewijs van groot geloof. Dat beïnvloedt je godsbeeld positief, zodat je meer kans hebt om te genezen.”
Dr. Van Saane constateert in haar onderzoek dat mensen na een genezing vaak terugvallen. „Mensen met een niet zo positieve basishouding geven niet God of de genezer de schuld. Ze zeggen: Ik ben vast geen goede gelovige, de kans was groot dat ik niet genezen zou worden.”
Bovendien is volgens de godsdienstpsychologe zo’n godsbeeld dan statisch gebleven. Een gezond godsbeeld is dynamisch en beantwoordt aan de behoeften van de mens op dat moment. „Mensen die bij een gebedsgenezer komen, geloven zoals een kind gelooft in God als een almachtige God en een goede sinterklaas. Zo belemmeren deze mensen zichzelf om volwassen te leven. Ze zullen immers het lijden in het leven onder ogen moeten zien. We hebben God bovendien niet in onze vingers, zoals de retoriek van gebedsgenezers ons wil doen geloven.”