Betancourt bevrijd
Het gebeurt niet vaak, maar een enkele keer brengen de media goed nieuws. Zoals donderdag, toen de krant op de voorpagina kon melden dat de Colombiaanse politica Ingrid Betancourt na zes jaar lang te zijn gegijzeld op spectaculaire wijze was bevrijd. De persbureaus leverden foto’s aan van een lachende en van dankbaarheid huilende Betancourt.
Ruim een halfjaar geleden gingen beelden de ether in van een zichtbaar lijdende Ingrid Betancourt. Ze zat wezenloos voor zich uit te staren aan een tafeltje ergens in de jungle van Colombia. De Colombiaanse sprak niet op de video-opname, de beelden spraken voor zich.
Na deze beelden volgden dramatische oproepen van Betancourts kinderen om de vrijlating van hun moeder. Betancourt zou lijden aan hepatitis-B en depressief zijn. Gisteren was daar dan een zichtbaar dankbare Betancourt.
De bevrijding van Betancourt is een felicitatie waard aan het adres van de Colombiaanse president Uribe. Uribe heeft er van meet af aan voor gekozen de guerrillabeweging FARC militair verder in het defensief te dringen. De laatste maanden bracht hij de FARC de ene na de andere slag toe. In maart van dit jaar doodde het Colombiaanse leger commandant Raul Reyes, de rechterhand van oprichter Manuel Marulanda. Kort daarop volgde de dood van nog een paar FARC-kopstukken door toedoen van de Colombiaanse strijdkrachten. Eind maart overleed Marulanda als gevolg van een hartaanval.
Laten we bij al het goede nieuws niet vergeten dat de guerrillabeweging nog 700 mensen gevangen houdt. Onder hen bevindt zich de Nederlandse Tanja Nijmeijer, die zich aansloot bij de FARC, daar later spijt van kreeg, maar nu niet meer weg kan.
Voor haar leven en dat van de anderen moet worden gevreesd. Wat dat betreft is het te hopen dat het Colombiaanse leger doorstoot, de FARC de genadeklap toebrengt en dat ook deze mensen worden bevrijd.
Het is de vraag of er met het elimineren van de FARC een einde komt aan het geweld in de Colombiaanse samenleving. Waarschijnlijk is daar meer voor nodig. De verschillen in het land tussen rijk en arm zijn immens groot. Twee derde deel van de bevolking leeft in armoede. Aan deze vaak schrijnende armoede zal iets moeten worden gedaan, anders blijft er een voedingsbodem bestaan voor groepen als de FARC. En met wapens worden dergelijke problemen niet opgelost.
Betancourt wilde die problematiek aanpakken voordat ze in 2002 werd ontvoerd. Ze bond de strijd aan met zowel de gevestigde politici als met de linkse rebellen. „Ik heb alles over voor het Colombiaanse volk, dat door de gevestigde politiek wordt veracht en generatie na generatie is bestolen”, schrijft ze in haar in 2001 verschenen memoires. „Ik geef niet op, welke prijs ik daarvoor ook moet betalen.”
Zoals zou blijken moest Betancourt een zeer hoge prijs betalen. Toch wil ze nog altijd president worden. Na haar bevrijding bedankte ze Uribe voor diens inspanningen om haar vrij te krijgen. Ze gaf aan dat hij een goede president is, maar het blijft haar „ambitie om Colombia als president te dienen.” Misschien moet ze die kans krijgen. Nog beter is het als Uribe de problemen die er liggen nu al oppakt.