Buitenland

Huisgemeenten, vitaal maar kwetsbaar

Hoe is het leven van een christelijk gezin in China? In deze serie worden de zorgen en vreugden van een jong gezin in de zuidwestelijke provincie Sichuan belicht. Vandaag: Huisgemeenten

A. Fransen
27 June 2008 09:11Gewijzigd op 14 November 2020 06:01
De skyline van de stad Chengdu wordt gedomineerd door hoge kantoorgebouwen en enorme winkelcentra. Kerktorens zijn volledig afwezig. Maar dat betekent niet dat het chris telijk geloof onder de inwoners afwezig is. Foto A.Fransen
De skyline van de stad Chengdu wordt gedomineerd door hoge kantoorgebouwen en enorme winkelcentra. Kerktorens zijn volledig afwezig. Maar dat betekent niet dat het chris telijk geloof onder de inwoners afwezig is. Foto A.Fransen

Kan een stad getuigen? Wie daaraan twijfelt moet eens ’s avonds in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul gaan kijken. Verspreid over die enorme stad lichten ze dan op: honderden verlichte kruizen die de onzichtbare kerken eronder markeren. Een groter contrast met China is ondenkbaar. Wat daar opvalt is juist het volledig ontbreken van kerken in de publieke ruimte.Zo ook in de stad Chengdu, een miljoenenstad in het zuidwesten van het land. Het christendom is er onzichtbaar. Des te meer schittert hier de neonreclame van het grootkapitaal. Chengdu kent ’s avonds maar één getuigenis, en dat is het geloof in geld, in aards bezit en in luxe.

Maar het christelijk geloof is ook in Chengdu zeker aanwezig. Vraag het Grace en Leon, twee christenen van tweede helft dertig, die met hun zoontje Jerry een appartement in het zuiden van de stad bewonen. Grace kwam in haar studententijd in aanraking met een docent die christen bleek te zijn. Hij maakte op haar grote indruk vanwege zijn betrokkenheid op anderen, vanwege de warmte die hij uitstraalde. De man schreef het geheim van dit stil getuigenis niet op eigen conto, maar wees naar Jezus. En zo kwam Grace ook bij Hem terecht. En kwam een vermoeide zoektocht naar de zin van haar bestaan ten einde. Grace vond rust in het christelijk geloof. Bij Leon ging het niet veel anders. Ook hij kwam tijdens zijn studie in contact met christenen, die op hem grote indruk maakten vanwege hun innemendheid - zeg maar vanwege hun daadwerkelijk gestalte geven van wat christelijke naastenliefde heet.

Grace en Leon hebben zich aangesloten bij een van de vele niet-geregistreerde huisgemeenten die Chengdu rijk is. Als groep van zo’n twintig tot dertig mensen komen ze op zondag bijeen om te zingen, de Bijbel te lezen en te bidden. Ook doordeweeks is er een samenkomst, maar die heeft qua bezoekersaantal nogal eens te lijden onder de werkdruk van veel gemeenteleden. Overigens is het nogal massief en statisch klinkende ”ondergrondse kerk” in werkelijkheid heel wat flexibeler en vluchtiger. In Chengdu verandert een vergaderzaaltje voor ondernemers, gelegen te midden van het geroezemoes van de stad, in enkele ogenblikken in een sereen bedehuis, en vice versa.

Het verschijnsel huisgemeente is in deze stad zeker geen aflopende zaak. Leon schat het aantal leden alleen al in Chengdu op „vele duizenden.” Werving van nieuwe leden gaat op zijn Chinees: via relatienetwerken onder familie, vrienden, collega’s. „Sociale evangelisatie” noemt Joseph deze vorm van kerkaanwas. Hij is betrokken bij de opbouw van deze prille gemeenten, en daarom kent hij ook hun zwakke plekken: gebrek aan leiderschap, aan structuur en aan kennis van ’de leer’. Hij typeert het geloof van de leden als „oppervlakkig” en daardoor kwetsbaar voor allerlei afwijkende standpunten. Infiltraties door niet-christelijke sektes, zoals die van de Falung Gong, komen regelmatig voor.

Overigens zijn volgens Joseph ook buitenlandse zendelingen schuldig aan deze kwetsbaarheid van Chinese christenen. Met „one, two, three, repeat me”, typeert hij hun snelle en oppervlakkige bekeringsmethoden. „Nog voordat ze geestelijk wortel hebben geschoten, zijn deze prille gelovigen alweer op zichzelf en elkaar aangewezen, omdat de zendeling is vertrokken.”

Er loert nog een gevaar, en dat zijn de plaatselijke autoriteiten, die enkel de officiële Drie-Zelfkerk erkennen als bolwerk van de christenen. Voor Grace en Leon was de Drie-Zelfkerk geen alternatief. Leon hekelt de banden die leiders en voorgangers er hebben met de overheid en de partij. Grace kritiseert de volgens haar dubieuze leer. „Het evangelie dat ik daar hoor klinkt ongeveer zo: „Wees goed, wees goed, wees goed.”

Het gevolg van hun afwijzing is dat ze als leden van een niet-geregistreerde huisgemeente opgejaagd wild zijn. Joseph vertelt dat de huisgemeenten van Chengdu een heftig voorjaar achter de rug hebben, met veel politie-invallen tijdens diensten en tal van intimidaties. Zolang een huisgemeente niet groter wordt dan zo’n dertig leden, laat de politie haar met rust, zegt Joseph, en ook Leon beaamt dit. Toch kan de stemming onder de autoriteiten zomaar omslaan. Bijvoorbeeld wanneer er paniek ontstaat over de werkelijke aantallen niet-geregistreerde christenen: zijn ze soms te laag ingeschat? De recente invallen en verstoringen hadden op de gemeenten grote invloed, zegt Joseph. „We zijn een tijd niet bij elkaar geweest, en beginnen pas nu weer regelmatig diensten te houden.”

Dat er vanwege de Olympische Spelen sprake zou zijn van grotere verdraagzaamheid van de autoriteiten jegens de huisgemeenten, ontkent Joseph ten stelligste. „Er wordt juist extra hard opgetreden, is mijn ervaring.”

Naast een explosieve groei, zijn ook buitenlandse connecties dodelijk voor ”familychurches”. Een buitenlander -laat staan een westerling- meenemen naar een dienst, dat is wel het laatste wat Grace en Leon in hun hoofd zouden halen.

Maandag deel vier.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer