Critici blijven CU na homobesluit toch trouw
De emoties over de gedragscode voor ChristenUnievertegenwoordigers liepen de afgelopen weken hoog op. Als het partijcongres het voorstel van het bestuur zou aanvaarden, zouden diverse prominenten opstappen. Het congres ligt nu een week achter ons. Wat deden de critici?
Het oorspronkelijke voorstel van het partijbestuur over CU-vertegenwoordigers hinkte op twee gedachten. Aan de ene kant wilde het bestuur vasthouden aan de lijn dat het huwelijk bedoeld is voor één man en één vrouw. Maar bij voorbaat de deur in het slot gooien voor praktiserende homoseksuelen als partijvertegenwoordiger, wilde het partijbestuur ook niet. Dat leidde tot de nodige commotie.
De kiesvereniging Nunspeet diende daarop een amendement in waarin stond dat het publieke gedrag van CU-politici niet in strijd mag zijn met de uniefundering en het kernprogramma. De kiesvereniging Barneveld deed daar nog een schepje bovenop en stelde in een motie voor het kernprogramma aan te scherpen. Bij de passage dat het huwelijk een instelling van God is voor één man en één vrouw, komt de passage dat „seksuele omgang onlosmakelijk verbonden is met het huwelijk.” De partij aanvaardde beide voorstellen. Via deze U-bocht wijst de partij homoseksuele relaties voor haar partijvertegenwoordigers weliswaar niet expliciet af, maar wel impliciet.
Oud-RPF-fractievoorzitter M. Leerling, die in de commissie-Cnossen een minderheidsstandpunt innam, is teleurgesteld over de uitkomst van het congres. Hij had graag gezien dat de partij niet via een U-bocht de homoseksuele leefwijze had afgewezen, maar rechtstreeks. „Daarvoor waren ook mogelijkheden. Er lagen moties van Capelle aan den IJssel, Elburg, Urk en Schouwen-Duiveland, die duidelijk vast wilden leggen dat een praktiserende homoseksueel de ChristenUnie niet kan vertegenwoordigen. Jammer dat die zijn afgewezen.”
Leerling blijft wel lid van de partij, maar wel met de nodige bezwaren. De oud-RPF-fractievoorzitter heeft niet alleen grote moeite met de gang van zaken rond de gedragscode; hij hikt ook aan tegen de ommezwaai van de fractie bij het Verdrag van Lissabon, de opvolger van de Europese grondwet. Ook de toelating van rooms-katholieken als lid kan hem niet bekoren. Leerling zal de discussie over het nieuwe kernprogramma op de voet volgen.
Ook de vrijgemaakte oud-hoogleraar ethiek prof. dr. J. Douma blijft voorlopig lid van de partij. In een interview met deze krant, drie weken geleden, nam hij onverschrokken stelling tegen het voorstel van het partijbestuur. „Ik haat gedraai waar het antwoord klip-en-klaar moet zijn”, luidde zijn commentaar. Hij zou de partij verlaten als het voorstel aangenomen zou worden. Door het amendement Nunspeet en de motie Barneveld is zijn opvatting veranderd: „Met de voorstellen van de kiesverenigingen Nunspeet en Barneveld meen ik dat in de praktijk een benoeming van een CU-partijvertegenwoordiger die in een homoseksuele relatie leeft, uitgesloten wordt.”
Op de vraag of een christelijke partij een homoseksuele leefwijze niet rechtstreeks moet afwijzen, antwoordt Douma: „Als de U-bocht duidelijkheid geeft, wil ik de partij niet verlaten. Ik ben zeer teleurgesteld in onbeschermde uitlatingen van topfiguren binnen de CU, die hun best deden de buitenwacht duidelijk te maken dat wij niet discrimineren. Maar zij waren niet in staat tegelijk te laten uitkomen dat een christelijke politieke partij voor haar eigen vertegenwoordigers het recht heeft haar eigen regels te stellen, ook al gaan die in tegen wat buiten die partij aan levensstijlen mogelijk is.”
De emeritus hoogleraar hoop dat „het partijbestuur, dat zich eerst ten onrechte onverkort achter het rapport-Cnossen gesteld heeft, in de praktijk de consequenties van de aangenomen voorstellen zal aanvaarden.”
Oud-voorzitter en medeoprichter van de RPF P. Langeler uit Wildervank had ook plannen om op te stappen. Ook hij voert zijn voornemen niet uit. „Het amendement Nunspeet in combinatie met de motie Barneveld is voor mij op dit moment voldoende. Als blijkt dat praktiserende homoseksuelen wel lid kunnen worden, bekijk ik de zaak opnieuw. Voorlopig blijf ik lid.”
Oud-RPF-hoofbestuurslid H. Roffel uit Putten is blij dat het hoofdbestuur „deels op zijn standpunt is teruggekomen door de voorstellen van Nunspeet en Barneveld aan te bevelen bij het congres.” Maar hij had wel een krachtiger getuigenis verwacht: „Juist een dag voor het congres vergaderde, kwam het nieuws naar buiten dat in de Amerikaanse staat Californië het homohuwelijk mogelijk werd. Wat zou het goed zijn geweest als onze partij direct daarna had uitgesproken dat God de homoseksuele praxis afwijst.” Tot september blijft Roffel „kritisch lid.” Hij wil graag zien wat er in het nieuwe kernprogramma komt te staan over huwelijk en seksualiteit.
Niet alleen de gereformeerde critici lijken de partij -met pijn in het hart- trouw te blijven, ook enkele kritische evangelische smaakmakers zullen de partij de rug niet toekeren. Het Amsterdamse deelraadslid Lont lijkt een eenling te zijn.
K. de Jong, medewerker van de stichting Tot Heil des Volks, had sowieso niet aangekondigd dat hij de partij (mogelijk) zou verlaten. Maar kritisch is hij wel gebleven. De lijn die het congres afgelopen zaterdag koos, noemt hij „wegkruipgedrag.”
B. Niehof, voorzitter van de werkgroep Evangelischen in de ChristenUnie, verklaarde voor het congres dat zijn groep niet kon instemmen met het voorstel van het partijbestuur. De voorzitter, die gisteren niet bereikbaar was, toonde zich eerder deze week in het Nederlands Dagblad tevreden over de congresbesluiten. Volgens Niehof wordt de praktijk zelfs strakker dan voorheen. „Toen hadden selectiecommissies de vrije hand, nu moeten ze binnen de grenzen van het kernprogramma blijven.” Tot nu toe heeft hij twee evangelische ChristenUnieleden gesproken die overwegen hun lidmaatschap op te zeggen.
De oud-directeur van de stichting Tot Heil des Volks, J. J. Frinsel sr., schreef in deze krant dat de ChristenUnie gezwicht was voor de tijdgeest. Hij is teleurgesteld over de gang van zaken tijdens het congres. Het heeft hem verbaasd dat uiteindelijk maar vijf mensen tegenstemden. „Ik maak me grote zorgen over de partij. Zowel in evangelische als in reformatorische kring neemt de acceptatie van homostellen die in liefde en trouw willen samenleven, onrustbarend snel toe. Dat is niet overeenkomstig Gods Woord. Wat de ChristenUnie blijkbaar wil, is rust in de tent omdat ze op het regeringspluche zitten. Maar een christelijke politieke partij moet profetisch spreken.”
Zijn lidmaatschap opzeggen, kan Frinsel niet meer. Dat deed hij vorig jaar al toen de ChristenUnie regeringsverantwoordelijkheid ging dragen. „Als je in een coalitie zit, moet je bijvoorbeeld ook het bestaande abortus-, euthanasie- en homobeleid verdedigen. Daar kan een christen geen verantwoordelijkheid voor nemen.”