„Af en toe hoor ik de kroonprins overvliegen”
Liefde voor de Oranjes vormt een rode draad in haar familiegeschiedenis. Zo had een van haar voorouders nauwe contacten met stadhouder-koning Willem III. „Wij zijn opgevoed met grote betrokkenheid op het Koninklijk Huis”, aldus Ludolphine Emilie van Haersma Buma-barones Schimmelpenninck van der Oije.
Het landgoed waarop de barones woont, grenst pal aan dat waarop kroonprins Willem-Alexander met zijn gezin is gehuisvest. Een van de paden die dwars door de Engelse tuinen van kasteel Duivenvoorde slingeren, voert langs de hekwerken van De Horsten in Wassenaar. Van het woonhuis van de prins is niets te zien. „We merken er niets van dat we buren zijn. Af en toe hoor ik de prins met zijn helikopter overvliegen”, zegt Van Haersma Buma (64).De barones betrok vier jaar geleden de zuidvleugel van het eeuwenoude en sfeervolle kasteel Duivenvoorde. „Het is voor mijn man en mij een groot genoegen om hier te wonen”, zegt ze. „Buiten genieten we van de rust en de natuur. We wandelen regelmatig door het park en langs de vijvers. En binnen proeven we voortdurend de sfeer van de familiegeschiedenis. We voelen ons er nauw aan verbonden.”
Een groot deel van kasteel Duivenvoorde is halverwege de jaren zestig ingericht als museum. De laatste eigenaresse, barones Ludolphine Henriette Schimmelpenninck van der Oije (1891-1965), besloot het landgoed destijds onder te brengen in een stichting. Zij bepaalde dat de zuidelijke woontoren beschikbaar zou blijven voor de familie en dat de overige vertrekken na restauratie zouden worden opengesteld voor het publiek. „Mijn tante wilde niets liever dan dat het kasteel met het interieur, de schilderijen, de serviezen en het porselein als eenheid bewaard bleef”, zegt Van Haersma Buma.
Zelf geeft de barones regelmatig rondleidingen door het kasteel. „Ik doe niets liever”, zegt ze, terwijl ze voorgaat naar de noordelijke vleugel. Daar, in de zogenaamde Marotzaal, hangen levensgrote portretten van haar voorouders uit de zestiende en zeventiende eeuw. Het schilderij boven de haard toont Arent VII van Duvenvoirde, een van de edelen die in 1566 Margaretha van Parma een smeekschrift aanbood en later als kapitein van de watergeuzen Den Briel innam voor de prins van Oranje.
Iets verderop in de chique zaal is Arent IX in vol ornaat afgebeeld, samen met vrouw en zoon Brilanus. Hij ging in 1688 mee in het gevolg van stadhouder-koning Willem III bij diens oversteek naar Engeland, waar hij gezant aan het hof werd. „De gouverneur die voor de opvoeding verantwoordelijk was, moest er onder andere voor zorgen dat Brilanus na het ontwaken op zijn knieën een gebed deed en een of twee hoofdstukken uit de Bijbel las. Zelf moest hij er enige uitleg bij geven”, vertelt Van Haersma Buma.
De banden met het Koninklijk Huis waren in het verleden intensief, aldus de barones. Zo was haar tante hofdame honorair van koningin Emma en koningin Wilhelmina. „De liefde voor de Oranjes leefde ook sterk bij mijn ouders. Op Koninginnedag droegen we altijd oranje linten en strikken. Mijn vader was lange tijd burgemeester in Zeeland. Hij moest niets hebben van een gekozen burgemeesterschap. Dat hij was benoemd door de kroon had voor hem een symbolische waarde: hij zag zichzelf in dienst van de majesteit.”
De relatie tussen de adel en het Koninklijk Huis is van oudsher hecht. Uit onderzoek van de Nederlandse Adelsvereniging blijkt dat de meeste edelen veel op hebben met de Oranjes, ook al wordt de hofhouding na de Tweede Wereldoorlog niet meer gedomineerd door edellieden. Van Haersma Buma: „Dat is ook niet erg. Het gaat erom dat de koningin de juiste mensen op de juiste plaats weet te krijgen.”
Met het wel en wee van de koninklijke familie leeft de barones intens mee. „Ik denk dat wij het met ons Koninklijk Huis hebben getroffen. Ik heb groot respect voor de manier waarop de koningin haar ambt uitoefent. In de kroonprins heb ik alle vertrouwen. Ik vind het mooi om te zien hoe hij in prinses Máxima een geweldige steunpilaar aan zijn zijde heeft.”
Ludolphine Emilie van Haersma Buma-barones Schimmelpenninck van der Oije werd in 1944 in Oosterbeek geboren. Haar vader was jarenlang burgemeester van Kloetinge (Zeeland). Na haar schoolperiode werkte ze als kinderverzorgster in Arnhem en Voorschoten. In 1969 huwde ze met R. D. van Haersma Buma, assurantiemakelaar van beroep. Het echtpaar woont in Voorschoten en heeft twee kinderen.
Dit is de vierde aflevering in een serie over de adel. Volgende week deel 5.