Tijdens een ceremonie woensdagavond op de Herzlberg in Jeruzalem gaat de Herdenkingsdag voor de gevallenen over in Onafhankelijkheidsdag. Daarna is er in Israël volop ruimte voor feestelijkheden.
De bloei van de staat in een zee van vijandelijkheid en te midden van een ambivalente internationale gemeenschap is niets minder dan een wonder. Israël is na zestig jaar een bloeiende en sterke natie. Toch is het voortbestaan van de Joodse staat op de lange termijn niet vanzelfsprekend.
Met een economische groei van 5,3 procent in 2007 en een gemiddeld maandsalaris van 1500 euro behoort Israël tot de welvarende landen. In steden en dorpen verschijnen steeds meer luxueuze appartementen, wegen zijn overvol met auto’s en klanten komen bepakt en bezakt uit de overvolle ”canyons” (overdekte winkelcentra). Cultuur, techniek en wetenschap bloeien en de hotels zitten vol met buitenlandse toeristen.
Het leger heeft door de aanleg van de veiligheidsbarrière en acties in de Palestijnse steden vrijwel een einde weten te maken aan de golf van zelfmoordaanslagen in bussen, restaurants en winkelcentra. De strijdmacht wordt geacht het land te kunnen verdedigen tegen dreigingen van buitenaf. De luchtmacht bijvoorbeeld is zo sterk dat geen vijandelijke vliegtuigen in het luchtruim zouden kunnen doordringen.
Politiek gezien gaat het ook allesbehalve slecht - in tegenstelling tot wat wordt beweerd. Het land heeft in de enige supermacht ter wereld, de VS, een belangrijke strategische bondgenoot. De politieke relaties met Europa met Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen en Nederland zijn drastisch verbeterd, ondanks het negatieve sentiment onder een deel van de Europese bevolking. Waarnemers menen dat dit onder meer te danken is aan de machtsovername van Hamas in de Gazastrook en de wereldwijde dreiging van de radicale islam. Bovendien hebben gematigde Arabische regimes zich neergelegd bij het bestaan van de Joodse staat. Langzaam maar zeker normaliseren de betrekkingen.
Kloof
Kortom, Israël heeft na zestig jaar reden om trots te zijn. Voor zelfgenoegzaamheid is geen reden. Er dreigen namelijk ernstige gevaren die nieuwe regeringen voor grote uitdagingen plaatsen.
In het binnenland zet de kloof tussen arm en rijk de sociale cohesie onder spanning. Meer dan een derde deel van de kinderen en een vijfde deel van de ouderen leeft van een inkomen onder de armoedegrens. Zonder voedselhulp zouden duizenden moeten kiezen tussen voedsel of een dak boven het hoofd. De kwetsbare groepen zijn vooral de gepensioneerden, de gehandicapten, zieken, immigranten, Israëlische Arabieren en de ultraorthodoxen. Leraren bijvoorbeeld worden onderbetaald. De kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek loopt gevaar door onvoldoende budgets.
Ook Israëli’s met normale inkomens kunnen slachtoffer worden van wanbeleid. In het centrum van Jeruzalem bijvoorbeeld is het in de mode luxe appartementen te bouwen die voor hen onbetaalbaar zijn. Ze worden opgekocht door de schatrijken uit het buitenland, zodat die een goedkoop vakantieadresje hebben. Gewone burgers worden de stad uitgeperst naar steden buiten de hoofdstad - al dan niet in de bezette gebieden.
Op militair gebied dreigen er ook gevaren. Israël houdt er rekening mee dat Iran bereid is de prijs van miljoenen doden onder de eigen bevolking te betalen voor de uitroeiing van de Joodse natie. Iran wordt geleid door een antisemiet die openlijk heeft verklaard dat Israël niet mag bestaan en dat Holocaust niet heeft plaatsgevonden. De maatregelen die de internationale gemeenschap tegen Iran neemt, lijken onvoldoende.
Op korteafstandsprojectielen heeft het Israëlische leger nog geen respons. Palestijnse terreurgroepen maken daar gebruik van door vanuit de Gazastrook Israël met mortieren en Qassamraketten te bestoken. Het leven van de Israëli’s rondom de Gazastrook is daardoor in de afgelopen jaren grondig ontregeld.
Oslo
De grote teleurstelling is dat Israël na zestig jaar nog geen definitieve vredesregeling met de Palestijnen heeft getroffen. Zelf heeft het een oplossing bemoeilijkt door na de Osloakkoorden in de jaren negentig van de vorige eeuw door te gaan met de uitbreiding van de nederzettingen. Op deze wijze ondermijnde Israël het vertrouwen onder de Palestijnen verder en bevorderde het de langzame annexatie van ten minste een deel van de Westelijke Jordaanoever.
Maar het ontbreken van een akkoord kan niet alleen op het conto van Israël worden geschreven. In 1948 en 2000 hebben Palestijnse leiders gouden kansen om een eigen staat op te richten laten schieten. Ze hebben terroristen niet bestreden, toen dezen Israël aanvielen nadat het zich in de jaren negentig terugtrok uit de Palestijnse steden en, in 2005, uit de Gazastrook. Vele Israëli’s geloven dat hun steden en dorpen straks onder raketvuur komen te liggen als het leger de Westelijke Jordaanoever zou ontruimen.
Een ander gevaar is het tanende vertrouwen in de overheid. Het belangrijkste nieuws op deze herdenkingsdag zijn nieuwe geruchten over een corruptieschandaal waarin de premier de hoofdrol vervult. De autoriteiten lijken hulpeloos tegenover bepaalde groepen wettelozen. Het heeft de jonge rechtsextremisten die illegale buitenposten van de nederzettingen oprichten niet in de hand. De onderbezette politie zit geen kans voldoende op te treden tegen criminelen.
De gevaren stellen toekomstige regeringen voor grote uitdagingen. De leiders moeten de economische groei vertalen in de bestrijding van armoede en een verbetering van het politieapparaat en het onderwijs. Ze zullen de juiste beslissingen moeten nemen ten aanzien van Iran. Vertrouwen op de internationale gemeenschap, zelf stappen ondernemen of niets doen en het risico nemen van genocide?
Ook het beleid tegenover de Palestijnen is allesbehalve eenvoudig. Terugtrekking houdt veiligheidsrisico’s in. Blijven eveneens, omdat Israël het risico loopt in een binationale staat of staat met burgers met verschillende rechten te veranderen en dus het voortbestaan van de Joodse of democratische staat in gevaar te brengen. Kortom: voor toekomstige Israëlische leiders is aan problemen geen gebrek.