Buitenland
Kenia heeft eindelijk platform voor frustraties

Kenia heeft sinds afgelopen weekend eindelijk een coalitieregering, maar de spanningen tussen verschillende volken zijn de wereld nog niet uit. De pastores Jack Obongo en George Pile houden zich intensief bezig met het proces van verzoening.

Mark Wallet
NAIROBI – Verzoeningsworkshop van het All Clergy Network in Kenia. Pastor Obongo: „Mensen worden soms boos, maken elkaar uit voor leugenaar. Er kan in twee dagen echter veel gebeuren.” Foto Hélène van der Roest
NAIROBI – Verzoeningsworkshop van het All Clergy Network in Kenia. Pastor Obongo: „Mensen worden soms boos, maken elkaar uit voor leugenaar. Er kan in twee dagen echter veel gebeuren.” Foto Hélène van der Roest
Vlak na het uitbreken van de rellen in de sloppenwijk Kibera, Nairobi, december vorig jaar, voerden de pastores Obongo en Pile een ruim twee uur durend gesprek met drie leiders van de relschoppers. Locatie: vóór het huis van Pile in Kibera en niet ín het huis, „omdat mijn kinderen ook gewoon thuis waren.” Het gesprek mocht eens fout lopen.

De aanleiding voor het gesprek is inmiddels genoegzaam bekend: de Luo’s waren woedend toen bleek dat zittend president Mwai Kibaki, een Kikuyu, de verkiezingen officieel gewonnen had. Toen begonnen op grote schaal de rellen. De Luokandidaat, Raila Odinga, had, volgens de officiële uitslagen tenminste, onverwachts het onderspit gedolven.

Ook in Kibera sloeg de vlam in de pan. Pile, in een hotel in Nairobi: „Onze gedachte was via de leiders van de groepen de gemoederen tot bedaren te brengen. Het lukte ons hun nummers te achterhalen en hen uit te nodigen voor een ontmoeting.”

Op 4 januari kwamen drie leiders opdagen. Pile, zelf een Luo, benadrukte tegenover hen dat ze met alle geweld alleen maar zichzelf in de vingers sneden. „Jullie brengen je eigen leven in gevaar, zei ik. De Kikuyu’s gaan terugslaan en het eind van het liedje is dat er door alle plunderingen straks geen levensmiddelen meer zijn en de lokale markt gereduceerd is tot een paar kraampjes.”

De argumentatie sloeg aan, zegt Pile. „Ze begrepen onze boodschap. Maar ze zeiden dat ze geen controle meer over hun eigen mensen hadden.” Hij zegt dat ten minste een van de leiders actief heeft geprobeerd de boodschap verder uit te dragen.

Kogels
Pile zegt dat hij als vanzelf betrokken raakte bij vredesbesprekingen. Zijn kerk, de Africa Inland Church, heeft al jarenlang een sociaal programma in de wijk lopen, waardoor de kerk als vanzelf bij de verwikkelingen betrokken raakte. De kerk heeft bovendien veel leden in de wijk, met verschillende etnische achtergronden.

De pastor gelooft niet dat zijn volksgenoten veel moorden op hun geweten hebben. „Hier in Kibera is veel geplunderd, maar er zijn weinig mensen gedood, dat gebeurde meer in Eldoret en in de Riftvallei. Luo’s doden niet snel, omdat ze bang zijn voor de geesten van de overledenen.” Volgens Pile heeft de politie uiteindelijk nog de meeste doden op haar geweten. „Zij hebben de kogels, de mensen hier niet.”

Gevaar voor een massamoord was er niet, benadrukt Pile. „De meeste mensen waren vreedzaam en het geweld was niet tegen één volk gericht. Het grootste probleem is dat onderlinge verhoudingen grondig verstoord zijn. Het duurt lang voordat mensen die elkaar beroofden en vernederden weer als buren naast elkaar kunnen wonen.”

Leugenaar
Obongo en Pile zien het als hun taak binnen het verband van het All Clergy Network, een netwerk van zo’n duizend sloppenwijkpastors, eraan te werken mensen weer tot elkaar te brengen.

Het netwerk heeft een programma opgezet om pastores te trainen binnen hun gemeenten het gesprek op gang te brengen. Maar het betrekt ook moslimsleiders en overheidsmedewerkers bij de gesprekken. Die krijgen eveneens een actieve taak in de gespreksleiding. „Het is van groot belang dat iedereen wordt gehoord”, geeft Pile aan. „Ons uitgangspunt bij de gesprekken is vrede en gerechtigheid in een Bijbelse context, en dat wordt door participanten van andere gezindten geaccepteerd. Er is echter wel ruimte voor de imam om zijn visie op vrede te geven vanuit het perspectief van de Koran.”

Aan het begin van de tweedaagse verzoeningsgesprekken krijgen alle deelnemers de kans hun ervaringen te vertellen. Obongo: „Daarbij kan ieder kwijt wat hij heeft gezien en meegemaakt, maar we vragen de mensen ook de oorzaken van het conflict te benoemen en met mogelijke oplossingen te komen. Dat blijkt een uitstekende basis te vormen voor verder gesprek.”

Obongo erkent dat de situatie aanvankelijk uiterst gespannen kan zijn. „Mensen worden soms boos, maken elkaar uit voor leugenaar. Toch bleek het nog altijd mogelijk de mensen bij elkaar te krijgen. Er kan in twee dagen veel gebeuren.” Pile: „Soms kijken mensen elkaar na afloop aan en vragen zich af: Waarom vochten we eigenlijk?”

Landverdeling
De opzet van de bijeenkomsten is dat de deelnemers in hun eigen regio het gesprek verder gaan voeren. Pile: „Het is goed dat mensen eindelijk eens diepgewortelde pijnpunten kunnen uitspreken. Er leven bijvoorbeeld al zeer lang frustraties bij veel mensen over de landverdeling. Sommige mensen bezitten grote stukken land, waarvan hele stukken gewoon braak liggen. Anderen hebben nauwelijks genoeg grond om van rond te komen. De scheidslijnen zijn vaak etnisch bepaald. Het is logisch dat op dit punt bij veel mensen een keer de bom barstte.”

De pastores beseffen dat het uitspreken van de gevoeligheden alleen niet genoeg is. „Wanneer de nieuwe regering geen werk maakt van landhervormingen, zitten we hier na de volgende verkiezingen weer over hetzelfde thema te praten. Zij móét dit thema oppakken. Misschien was al het kwade van de afgelopen tijd wel nodig om dat geregeld te krijgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer