Veel Amerikanen hebben de oorlog in Irak vijf jaar na de invasie enigszins uit het oog verloren. Het zijn de economische problemen die momenteel volgens de opiniepeilingen de belangrijkste zorg vormen voor de burgers. Dat blijkt indirect ook uit een peiling van het Pew Research Center in Washington.
Pew vroeg vorige week of men wist hoeveel Amerikanen er sinds de invasie in Irak zijn omgekomen. Achtentwintig procent van de ondervraagden kwam met de juiste schatting van „ongeveer 4000.” Dat is een verschil met vorig jaar augustus, toen 54 procent nog min of meer nauwkeurig wist hoeveel landgenoten in Irak het leven hadden gelaten. „Dat geeft duidelijk aan dat veel Amerikanen de oorlog naar het tweede plan hebben geschoven”, aldus Pewdirecteur Kohut.
Ivan Eland van het Center on Peace and Liberty in Washington vindt dit een gevaarlijke ontwikkeling. „Men sluit de ogen voor de ontwikkelingen in Irak waar wij in feite aan het verliezen zijn”, aldus Eland. Heeft de uitbreiding van het aantal troepen (”surge”) in Irak dan geen pluspunten opgeleverd? „Minder dan de regering-Bush wil doen geloven en het heeft de soennitische en sjiitische milities een welkome adempauze verschaft om zich te hergroeperen. Een nuttige voorbereiding voor hun burgeroorlog die onvermijdelijk uitbreekt als wij vertrekken”, meent Eland.
Deze dreigende confrontatie is een van de argumenten van de Republikeinse presidentskandidaat John McCain om het huidige beleid in Irak voort te zetten na het vertrek van zijn partijgenoot Bush begin volgend jaar. McCain liet zich onlangs ontvallen er geen moeite mee te hebben als Amerika „de komende honderd jaar” nog in Irak aanwezig zou zijn. Een visie die beslist niet gedeeld wordt door de Democratische kandidaten Hillary Clinton en Barack Obama. De laatste belooft -mocht hij president Bush opvolgen- dat alle Amerikaanse troepen eind volgend jaar uit Irak weg zijn.
Clinton is wat voorzichtiger. Zij belooft wel de Amerikaanse aanwezigheid in Irak te beëindigen, maar benadrukt dat het vertrek sterk kan worden beïnvloed door de omstandigheden ter plaatse. Wat gaan de soennitische en sjiitische milities bijvoorbeeld doen? Laten die de vertrekkende Amerikanen met rust, of leven de milities hun gram op de Amerikaanse bezetter uit? „En wat doen de milities onderling? Als zij een burgeroorlog beginnen nog voordat wij weg zijn, kan dat het vertrek van onze troepen belangrijk vertragen”, aldus Eland.
Volgens een recente opiniepeiling voor CNN is 60 procent van de Amerikanen voor vertrek van de troepen uit Irak. De problematiek in dat land is volgens deze groep niet met militair geweld op te lossen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook Amerikanen zijn die er anders over denken. „Ik was vijf jaar geleden een uitgesproken tegenstander van de invasie. Maar kunnen wij nu zomaar vertrekken, nu wij daar zo’n chaos hebben gecreëerd? Onze acties daar scheppen een verantwoordelijkheid, waaraan wij ons niet zonder meer kunnen onttrekken”, meent onderwijzeres Bree Tease in Newark (New Jersey).
Alex Gildin in Baltimore (Maryland) is het daar niet mee eens. „Elke dag dat wij daar langer blijven, maken wij de chaos groter. Laat je niet misleiden door de zogenaamde succesmeldingen van de regering. De oorlog heeft een paar duizend Amerikanen het leven gekost en waarschijnlijk zijn er honderdduizenden Irakezen omgekomen. Onze aanwezigheid kost miljarden dollars die wij beter in eigen land kunnen besteden. En dan is er de politieke schade. Het Midden-Oosten is labieler dan ooit en de moslimwereld loopt en masse tegen Amerika te hoop. Bovendien is ons morele gezag door schandalen zoals Abu Ghraib internationaal volledig ondermijnd”, meent Gildin.
Dat laatste punt werd vorige week onderstreept door de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner. De nieuwe Amerikaanse president die in januari 2009 aantreedt, zal volgens hem ongetwijfeld proberen de schade die onder president Bush is aangericht te herstellen. „Maar dat zal niet eenvoudig worden, want de Amerikaanse magie is voorbij”, aldus Kouchner vorige week in een interview met The International Herald Tribune. De Franse minister heeft volkomen gelijk volgens analist Thomas Mann van het Brookings Research Instituut.
„Niet alleen Abu Ghraib en Guantanamo Bay hebben ons imago ondermijnd en onze moraliserende lessen over mensenrechten elders in de wereld op hun kop gezet, maar ook ons arrogante optreden heeft ons geschaad. Wij hebben niet geluisterd naar onze bondgenoten, maar de invasie van Irak op een onverantwoordelijke manier eenzijdig doorgedrukt, daarbij steunend op zogeheten ’inlichtingen’ die achteraf niet bleken te kloppen. Wat een fiasco! Hoe kun je na zo’n echec nog hopen serieus genomen te worden, tenzij je alleen waarde hecht aan militaire macht?” aldus Mann.
President Bush denkt er anders over. Tijdens een conferentie in Washington van medewerkers van religieuze radiostations verdedigde hij de invasie vorige week als een soort goddelijke opdracht. „De vrijheid en democratie die wij in Irak en Afghanistan brengen is niet het geschenk van Amerika aan de wereld; het is een goddelijk geschenk voor de hele mensheid”, aldus Bush. Mann vindt het „erg gevaarlijk” om het beleid te verantwoorden met religieuze overwegingen.
„Ik ben bang dat veel mohammedanen zo’n verklaring interpreteren als een christelijke oorlogsverklaring aan de moslimwereld. Deze uitgesproken christelijke president heeft in het verleden in dit verband tenslotte al eens de beladen term ”kruistocht” gebruikt”, aldus Mann. Het zou beter zijn als president Bush zich niet meer met Irak zou bemoeien en het beleid zou overlaten aan de Democratische meerderheid in het parlement, vond 47 procent van de ondervraagden in de CNN-peiling.
Dit is het derde deel in een serie over vijf jaar oorlog in Irak.