Het kabinet zou zich naar verwachting vrijdag buigen over een voorstel van CDA-minister Van der Hoeven (Economische Zaken) om de Winkeltijdenwet strakker te handhaven. Het aantal koopzondagen blijft maximaal twaalf per jaar, een beroep op de toerismebepaling -waarbij meer koopzondagen mogelijk zijn- wordt minder gemakkelijk. De VVD, D66 en GroenLinks spreken van betutteling.

Aptroot trekt een vergelijking met de taliban. Past dit in de modetrend van parlementaire taalverruwing, of zit hier meer achter volgens u?
Ortega-Martijn: „Het is niet niks wat hij zegt. Wat is dit nou voor een vergelijking? Ik vind ’m zeer overdreven. Daar kiezen we niet voor. Wij gooien niet met modder. Ik vraag me toch ook niet af of de VVD een losgeslagen bende wettelozen is? Het gaat om de inhoud.”

De inhoud dan maar. Hoe groot is het percentage kleine winkelondernemers dat de zondagsopenstelling als een grote last ervaart, denkt u?
„Ik denk dat ze er allemaal mee zitten. MKB-Nederland is blij met een rem op de toeristenbepaling, die het gemeenten mogelijk maakt om meer dan twaalf dagen per jaar koopzondagen te organiseren. Kleine ondernemers kunnen op die dagen het eigen personeel niet inzetten, want die hebben al een week gewerkt. Grote bedrijven werken heel gemakkelijk met oproepkrachten. Dat kan een middenstander zich niet permitteren. Daar komt bij dat kleine ondernemers ook toe zijn aan een dag rust in de week. Economische groei is niet alles. Ik ben benieuwd waar de minister mee komt. Het is toch te gek voor woorden dat iedere stad zichzelf maar uitroept tot toerismegebied, terwijl er van grote attracties geen sprake is? Wat de ChistenUnie vraagt, is de wet handhaven. Niet meer en niet minder.”

De consument wil het, zeggen voorstanders van de zondagsopenstelling.
„Dat wordt gezegd, ja. Maar daarvan heb ik geen cijfers gezien. Ik denk eerder dat er sprake is van het opwekken van behoeften. De supermarktenkoepel CBL en de Raad Nederlandse Detailhandel onderbouwen hun stelling dat de klant wil winkelen op zondag ook niet. Die organisaties komen op voor hun eigen doelgroep. Wij doen dat voor anderen.”

Wat is voor u persoonlijk de waarde van de zondag?
„Als u eens wist hoe ik verlang naar de zondag. Dan kom ik echt tot rust. Dan kan ik me richten op andere waardes in het leven. Voor mij is dat het me richten op de Schepper. Voor anderen zal het gezin of het sociale leven een hoofdargument zijn. Het is een zegen om alles van je af te zetten. En dan zullen er ook mensen zijn die zeggen: „Ik wil lekker inkopen doen op zondag.” Ja, zeg ik dan, maar houdt u ook rekening met andere mensen die op dat moment voor u aan het werk moeten?”

De ChristenUniefractie pleit voor handhaving van de bestaande wet. Moeten we niet terug naar een verbod op zondagsopenstelling als we vanuit de Bijbel belijden dat de rustdag heilzaam is voor iedereen?
„Het liefst zou ik dat willen. De zondagsrust ís heilzaam: zes dagen werken, één dag rust. De realiteit is een Winkeltijdenwet met twaalf koopzondagen en een uitzonderingsbepaling op het gebied van toerisme. In de politiek proberen we consensus te bereiken. Dus laten we om te beginnen de handhaving van die toerismebepaling maar eens aanscherpen.”