Atjeh: geboortegolf na tsunami
MEULABOH - Vroedvrouw Soufriani lacht vrolijk. „Dit is heel zeldzaam, dat ik kan zitten. De afgelopen maanden heb ik alleen maar gestaan.” De energieke vrouw heeft het over het grote aantal kinderen dat de afgelopen drie maanden is geboren in het ziekenhuis in Meulaboh in Atjeh. „Afgelopen maand werden er bijna drie maal zo veel baby’tjes geboren als vorig jaar november.” Het Indonesische rampgebied zit een jaar na de tsunami midden in een geboortegolf.
Sinds september heeft het aantal geboortes zich op zijn minst verdubbeld in Soufriani’s ziekenhuis in het centrum van Meulaboh. De stad is een van de kuststeden in Atjeh die op tweede kerstdag vorig jaar werden verwoest door de zeebeving en de daaropvolgende tsunami. „Soms hebben we niet eens tijd om te slapen”, zegt Soufriani, die er desondanks monter uitziet. „Eind oktober bevielen er zes moeders op één enkele dag. Dat hebben we nooit eerder meegemaakt.”
De meeste moeders zijn ouder dan 35, valt haar op. „Sommigen verloren kinderen bij de tsunami. De meesten verloren een echtgenoot. Vaak ook zijn het vrouwen die getrouwd zijn met tsunamiweduwnaars”, aldus Soufriani.
Dokter Jaishree Mukherjee, die als adviseur voor de Indonesische Stichting voor Hulp bij Rampen (YTB) dagelijks vele dorpen bezoekt in Atjeh, is het ook opgevallen. „Werkelijk overal zie je zwangere vrouwen. Maar je ziet heel weinig kinderen.”
Die zijn omgekomen in de tsunami. Volgens een schatting van Unicef bestond een derde van de 216.000 slachtoffers in de twaalf landen die door de tsunami werden getroffen uit kinderen. Atjeh kent bovendien de traditie dat kinderen jonger dan drie maanden het huis niet uit mogen. Dus de grote golf van kinderen geboren na september is nog niet zichtbaar.
„Zo veel mensen hier”, zegt Asnidar Hasan, „hebben familieleden en kinderen verloren. Velen zijn dit jaar weer getrouwd. Sommige echtparen hebben niemand van hun familie over. Om de familielijn voort te zetten, willen ze kinderen krijgen. Velen zijn ook enorm eenzaam.” Hasan is eveneens vroedvrouw.
De 33-jarige Syamsudin en zijn 25-jarige vrouw Rafida zijn hier een goed voorbeeld van. Zij verloren hun drie jaar oude dochter en zeven jaar oude zoon. „We zijn er aan gewend om kinderen om ons heen te hebben”, zegt Syamsudin, „en nu voelen we ons erg eenzaam. Een nieuw kind zal ons gelukkig maken.” „We kunnen ons een leven zonder kinderen niet voorstellen”, vult zijn vrouw aan.
Het jonge echtpaar denkt ook aan hun oude dag. „Hier betekenen kinderen veiligheid”, zegt Eva Jordung Nicolson van het Deense Rode Kruis. „Er is geen sociaal vangnet. Daarom heb je veel kinderen. Ik zie het als zeer positief. Het betekent dat mensen doorgaan met hun leven.”
De zwangere Emmy Yufni beaamt dit. Ze is 31 en heeft al twee kinderen. Hoewel ze met haar gezin in een kleine oncomfortabele tent in een kamp in Meulaboh verblijft, wil ze graag een derde kind. „Het kindje is voor de toekomst. Het zal voor me zorgen als ik oud ben.”
De 39-jarige Abasri denkt echter niet aan de toekomst. Zijn pasgeboren kindje moet hem terug naar het heden brengen. Hij laat foto’s zien op zijn mobiele telefoon. „Dit is een foto van mijn vrouw vóór de tsunami”, zegt hij als een foto laat zien van een vrolijk glimlachende vrouw met mooi kort haar. Daarna drukt hij op een knopje en een vreselijke foto van een verminkt en verkleurd, ontzield lichaam verschijnt op het scherm. „Dit is ze na de tsunami.”
Abasri raakte zijn vrouw en twee dochters door de tsunami kwijt. „Ik verloor alles wat ik had”, zegt hij. „Als ik vrijgezel was gebleven zou ik gek zijn geworden. Er zou niemand zijn geweest om me op het rechte pad te houden.”
Abasri, een sergeant in het Indonesische leger, ontmoette zijn huidige vrouw Hartati toen zijn militaire eenheid werd verplaatst. „Onze kazerne was verwoest door de tsunami en we werden dicht bij het huis van Hartati gelegerd.” Toen Abasri van deur tot deur ging om een traditionele groet te brengen, ontmoette hij haar.
„Ik vroeg haar vrienden met me te worden omdat ik niemand meer had. Ze zei ”ja”. De daaropvolgende dag vroeg ik haar met mij te trouwen. Toen zei ze ”nee”. Daarom vroeg ik haar de volgende dag weer. Eerst geloofde ze me niet, maar daarna vroeg ze of ik het serieus bedoelde.”
„Ik vertelde hem”, valt de verlegen glimlachende Hartati hem bij, „dat als hij serieus was hij het mijn moeder moest vragen.” „Waarom? vroeg ik”, zegt Abasri, „ik wil niet met je moeder trouwen.” Iedereen in de kamer lacht hard. Hartati’s moeder lacht mee, terwijl ze zorgzaam haar nieuwe kleinkind heen en weer wiegt.
Op 25 november werd het dochtertje van Abasri en Hartati geboren. Zij noemden haar Tari Mutiari Dewi. Het meisje is vernoemd naar Abasri’s overleden vrouw en een van zijn dochters. „Hartati helpt me”, zegt Abasri met grote tederheid in zijn stem.
„Het was mijn voorbestemming dat ik Abasri zou helpen”, zegt Hartati. „Ik vraag hem zijn verdriet te vergeten. Ik bid dat zijn hart wordt geheeld.”
„Ik ben een gezonder persoon nu”, zegt Abasri, „omdat ik nu een dochter heb.”