Dat bevestigde mr. J. Legemaate van de artsenorganisatie KNMG woensdagmorgen in het Radio 1 Journaal. Het ministerie van Volksgezondheid is op zoek naar leden van de toetsingscommissie. Legemaate is blij dat de commissie er komt. Volgens hem leidt dat tot meer transparantie en zal de kwaliteit van het medisch handelen toenemen.

In de commissie nemen enkele kinderartsen, een jurist en een ethicus plaats. Zij toetsen of de arts met het doden van de pasgeborene of de ongeborene van 24 weken en ouder, zorgvuldig heeft gehandeld. De commissie stuurt na toetsing het rapport naar de officier van justitie. Die neemt vervolgens de beslissing of hij al dan niet tot vervolging overgaat.

Voor ’gewone’ euthanasie zijn vijf vergelijkbare regionale commissies actief. Er zal één belangrijk verschil in werkwijze zijn. De commissies die euthanasie op volwassenen toetsen, geven alleen die gevallen door aan de officier van justitie waarvan ze twijfelen of de zorgvuldigheidscriteria in acht zijn genomen. De commissie die het doden van ongeborenen en pasgeborenen gaat toetsen, moet alle gevallen melden bij de officier. Juridisch gezien is het doden zonder verzoek van de betrokkene moord.

Sinds enkele jaren bestaat voor het doden van pasgeborenen het zogeheten Gronings protocol. Dat zijn richtlijnen die kinderartsen in het academisch ziekenhuis aldaar hebben opgesteld. Met de officier van justitie is afgesproken dat artsen die zich daaraan houden, niet worden vervolgd.

Er zijn vijf criteria. In de eerste plaats moet vaststaan dat het kind een zeer ernstige ziekte heeft. In de tweede plaats dat het ondraaglijk lijdt. In de derde plaats moet een collega-arts ook zeggen dat euthanasie passend is. In de vierde plaats moeten de ouders ermee instemmen en tot slot moet de levensbeëindiging zorgvuldig plaatsvinden

Artsen in Groningen publiceerden dit jaar een rapportage waaruit bleek dat artsen de afgelopen jaren in 22 gevallen vrijuit gingen na het doden van een baby met een open ruggetje. Kinderartsen uit de academische ziekenhuizen in Rotterdam en Nijmegen hebben ernstige kritiek geuit op de werkwijze in Groningen. De artsen uit Rotterdam en Nijmegen vinden dat de Groningse rapportage het negatieve beeld van kinderen met een open ruggetje ten onrechte bevestigt. De aanname dat kinderen met een open ruggetje ondraaglijk lijden, is volgens hen onterecht.

Kinderarts Verhagen van het Universitair Medisch Centrum Groningen, die het protocol mede heeft opgesteld, zei woensdagmorgen voor de radio dat de bereidheid onder kinderartsen om het levensbeëindigend handelen te melden, door de instelling van een commissie zal toenemen.

De Tweede Kamer wacht sinds 1997 op een regeling voor de manier waarop kinderartsen het doden van ernstig zieke of gehandicapte kinderen moeten melden en aan welke criteria het handelen moet voldoen. De verwachting is dat het kabinet binnen enkele weken instemt met een nieuwe meldings- en toetsingsregeling. Staatssecretaris Ross van Volkgezondheid kondigde dinsdag in de begroting voor 2006 aan dat ze nog dit najaar een brief over dit onderwerp naar de Kamer zal sturen.