Stad van p(r)ater Brugman
Praten als Brugman. De minderbroeder die door deze spreuk bekend is geworden, speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Bolsward. Mede dankzij hem verwierf het Friese dorp zijn stadsrechten. Dat is nu 550 jaar geleden.
Vanaf de snelweg A7 is de Friese plaats al goed te zien. Een eind achter de landerijen priemt de Martinitoren de lucht in. Ogenschijnlijk dicht daarbij staat een flat. Het kenmerkt Bolsward. Er is meer nieuwbouw dan dat er oude panden staan, zegt Jan Keuvelaar, inwoner en kenner van de Friese gemeente.
Op korte afstand van het stadhuis staat de Broerekerk. Het is niet meer dan een stenen casco. Het vroegere bedehuis werd rond 1200 gebouwd door de minderbroeders. In mei 1980 brandde het voor het grootste deel af. De ruïne bleef staan en wordt geconserveerd. Zo nu en dan wordt ze nog gebruikt voor speciale gelegenheden.
Ook andere panden in de binnenstad geven blijk van een lang verleden. De stadspoorten zijn helaas in de negentiende eeuw afgebroken. En wallen heeft Bolsward vrijwel niet meer. Maar de prachtige monumentale panden en grachtjes bleven.
Toch is niet het gebied rond het stadhuis het oudste deel van Bolsward. Dat is de terp waarop de Martinikerk is gebouwd. Al voor de jaartelling zouden er mensen hebben gewoond. De naam Bolsward zou afkomstig zijn van een zekere Bodelis of Bodele, die op de terp ging wonen. Bolsward betekent letterlijk: de terp van Bodelis, zo meldt de website die gewijd is aan het 550-jarig jubileum.
Eeuwen later werd Bolsward een bloeiende handelsstad. Rond 1455 kende Friesland geen heer. Dorpen konden dan ook geen stadsrechten aanvragen, maar stelden ze zelf op. Degene die daar voor Bolsward een belangrijke rol bij speelde, was de pater die nu nog steeds bekendstaat om zijn vlotte spreken.
Ruim anderhalve eeuw later werd het stadhuis voltooid. Het is zonder meer de favoriete plek van Keuvelaar. „Vooral de trans van de stadhuistoren is bijzonder. Je hebt van daaraf een schitterend uitzicht. Bij helder weer kan je de Avéro-toren in Leeuwarden zien, toch wel zo’n 30 kilometer verderop.”
Nadeel is dat het publiek de toren niet mag beklimmen. Het is voor de enkeling die wel eens bovenin komt dan ook een hele toer zijn om er te komen. „Je moet via smalle trappetjes en een luik naar de trans klimmen.” Het stadhuis zelf werd in 1615 voltooid.
Het mooiste dat wel toegankelijk is, is volgens Keuvelaar de Martinitoren. „De kerk lokt veel toeristen. Er worden vaak concerten gegeven.” In de kerk staat een Hinz-orgel uit 1781. De preekstoel van de kerk stamt uit ongeveer 1660.
Bolsward organiseert het hele jaar activiteiten om het jubileum te vieren. Morgen begint een wandeldriedaagse, waarbij deelnemers in drie dagen 120 kilometer kunnen afleggen. Bovendien is tot en met 31 augustus de tentoonstelling ”Bolsward toen, nu en straks” te zien, een expositie waarmee Keuvelaar zich volop heeft beziggehouden. De tentoonstelling is in het stadhuis.
Dit is het vijfde deel in een serie over plaatsen die dit jaar een jubileum vieren. Volgende week dinsdag deel zes.