Eerst naar jongerencentrum Dingus voor een gesprek met ’Lonsdalers’. Daarna meteen door naar het Turkse activiteitencentrum voor een gesprek met jonge allochtonen. En ten slotte in het gemeentehuis nog een directe -ongeplande- confrontatie tussen beide groepen. Met woorden ditmaal, dat wel. Het was een drukke middag voor minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie, gisteren in het Limburgse Venray. Temeer omdat ze niet schroomt het heft in handen te nemen. Ze beantwoordt geen vragen vanachter een tafel, maar stapt met een microfoon kriskras door de groep jongeren.

Een jongen met gemillimeterd haar wil wel wat kwijt aan de bewindsvrouw. „De burgemeester doet niks voor ons. Het helpt op deze manier toch niets.” Hij moppert nog wat door op de burgervader van Venray, J. Waals, maar Verdonk grijpt in. „We gaan hier netjes en fatsoenlijk met iedereen om. Daar hoort ook de burgemeester bij.”

Het hoge bezoek gisteren aan de rustige Limburgse plaats met zo’n 40.000 inwoners had een vervelende aanleiding. Na een poging tot brandstichting bij de Turkse moskee in Venray brak begin deze maand een vechtpartij uit tussen Turkse en rechts-extremistische jongeren. Sindsdien is de spanning verder toegenomen. Vorige week werden de ruiten van de toegang van het gemeentehuis vernield, waarbij een hakenkruis werd aangebracht.

Met haar bezoek aan verschillende jongerengroepen -zonder dat daarbij media aanwezig waren- probeerde de minister onderling contact te stimuleren. En dat is gelukt, vindt ze. „Ik merk hier heel duidelijk bereidwilligheid om met elkaar om de tafel te gaan. Nu gaan we kijken hoe we de gemeente het beste kunnen ondersteunen. Ik ben heel blijmoedig als ik de mogelijkheden bekijk.”

Wie zijn oor te luisteren legt bij jongerencentrum Dingus -bekend om zijn rechts-extremistische imago- en het Turkse activiteitencentrum hoort dezelfde geluiden. Waar zijn dan toch die echte Lonsdale-jongeren die allochtonen willens en wetens het leven zuur maken? „Dat is maar een heel kleine groep”, zegt een kortgeknipte jongen in een zwart leren jack. Hij wil niet met zijn naam in de krant, maar hoort er zelf niet bij. „Ik draag af en toe wel Lonsdale, maar dat heeft niets met haat tegen buitenlanders te maken. De paar jongeren die het echt verzieken, zijn hier vandaag echt niet.”

Heeft Verdonk dan eigenlijk met de verkeerde groep gesproken? „Er is natuurlijk een kleine groep jongeren die je toch niet te pakken krijgt”, zegt de minister desgevraagd. „We hebben andere middelen om hen aan te pakken, via het strafrecht. Maar ik zit hier vanmiddag met jongeren aan tafel die zeggen: Wij zijn de jeugd van Venray en wij zetten de schouders eronder.”

Dat laatste doet ook de optimistische Verdonk. Ze zegde toe over enkele weken terug te komen naar Venray, om verder te praten. Ook de ouders van de verschillende jeugdgroepen zullen dan bij het gesprek betrokken worden.

Intussen is het nog lang niet voor iedere jongere duidelijk waarom de minister nu naar Venray kwam. Een blanke jongen: „In principe is er helemaal geen probleem in Venray, en zeker niet tussen Dingus en allochtonen. Het is alleen jammer dat de komst van Verdonk nodig is om de contacten onderling aan te zwengelen. Zonder haar bezoek waren we daar ook wel verder mee gegaan.”

Ook de allochtone jongeren vinden dat het allemaal wel meevalt. „Ik heb tegen de minister gezegd dat ik zelf regelmatig contact heb met de rechts-extremistische jongeren”, zegt Karim Bargoual. De twintigjarige inwoner van Venray stelde in het gesprek met Verdonk voor een open dag te organiseren in het Turkse activiteitencentrum, zodat de contacten tussen beide groepen verstevigd kunnen worden. Wie weet krijgt hij zijn zin: „De minister vond het een perfect idee.”