Gravamen tegen onverkort artikel 36 NGB
De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft vrijdag in een besloten zitting een commissie benoemd die een ingediend gravamen tegen de onverkorte versie van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) moet behandelen.
Dat blijkt uit het verslag van de synode zoals dat is opgenomen in het deze week verschenen nummer van Confessioneel, het orgaan van de Confessionele Vereniging.
De Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) schrapten in 1905 -op aandringen van Abraham Kuyper- de „21 woorden” uit artikel 36. Hierin wordt beleden dat het ook tot de taak van de overheid behoort „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst, om het rijk des antichrists te gronde te werpen.”
Op 15 november 2002 stelde de gereformeerde synode in Alphen aan den Rijn vast dat de tekst van de NGB inclusief deze zinsnede gelezen moet worden. Met die vaststelling zette de synode een omissie uit de jaren zeventig van de vorige eeuw recht. In 1971 sprak de GKN-synode namelijk uit dat de tekst van de NGB (als deel van de Drie Formulieren van Enigheid) ongewijzigd diende te blijven. Met die uitspraak wilde de synode uiting geven aan het gegroeide besef dat wijzigingen aanbrengen in oude teksten op basis van nieuwe inzichten onbegonnen werk is en geen recht doet aan de interne samenhang van deze teksten.
De synode besloot in 1971 verder om een nieuwe vertaling van de belijdenisgeschriften aan de mindere vergaderingen voor te leggen. In de tekst die de synode in 1979 uiteindelijk aanvaardde, zijn de in 1905 omstreden en geschrapte woorden onverkort opgenomen, echter zonder dat het besluit van 1905 expliciet was herroepen.
In de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland is artikel 36 in onverkorte vorm opgenomen. Vanuit de gereformeerde classis Bommel-Tiel is hiertegen een gravamen (een ernstig bezwaar tegen een onderdeel van de leer) ingediend.
Het gravamen blijkt te zijn opgesteld door de gereformeerde emeritus predikant dr. C. van de Vate, woonachtig in Culemborg. Hij schreef het op persoonlijke titel, zegt hij desgevraagd. „Als lid van de kerk, niet eens zozeer als predikant.”
„Wat mij betreft, worden de 21 woorden uit de belijdenisgeschriften van de PKN geschrapt”, zegt ds. Van de Vate. „Ik vind het een intolerante en weerzinwekkende passage, waar ik eigenlijk geen gemeenschap mee kan hebben. In de kerkorde van de Protestantse Kerk wordt gezegd dat het belijden van de kerk geschiedt in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht. Daar valt dus ook het onverkorte artikel 36 onder. Nou, ik heb hier geen gemeenschap mee. Ik vind dat de 21 woorden nadrukkelijk in strijd zijn met de Heilige Schrift. We moeten het hebben van de Geest, niet van het wapen van de overheid.”
Verwacht hij dat de synode zijn bezwaren overneemt? „Nee, ik denk het niet. Maar op z’n minst verwacht ik dan een stevige verklarende toelichting. In 1905 schrapte de synode van de Gereformeerde Kerken de woorden met als argument dat deze in strijd zijn met de Heilige Schrift en met het principe van de gewetensvrijheid. Die synode heeft zich toen ongelooflijk moedig opgesteld. En nu de PKN een feit is, zeg ik: Laten we deze woorden opnieuw schrappen.”
Dat hier en daar stemmen opgaan om artikel 36 te interpreteren in het licht van de opkomst van de islam, vindt ds. Van de Vate onterecht. „Eigenlijk wordt de overheid dan opgeroepen om stevig aan de gang te gaan met de islam. Uiteindelijk is dat de weg die ook Hirsi Ali en Geert Wilders voorstaan. Ik vind dat een heilloze weg.”
Historisch gezien verwijzen de woorden afgoderij en valse godsdienst naar de Rooms-Katholieke Kerk en de mis, zegt de predikant. „En als de PKN zich een beetje wil inzetten voor de oecumene, zal ze bijvoorbeeld moeten bedenken dat in de huidige visie van deze kerk de leer van de transsubstantiatie aanzienlijk is genuanceerd.”
„Dat wordt dus straks nog een boeiende discussie in de synode”, schrijft dr. A. H. van Veluw in Confessioneel. „Juist ook omdat deze dagen, door Karel Blei in het Reformatorisch Dagblad van 7 april jl. nog gezegd werd dat artikel 36, in de huidige omstandigheden, dat wil zeggen met een islam die criminele uitwassen kent, nog wel weer eens heel actueel zou kunnen worden.”
Wanneer de synode zich over de zaak zal buigen, kon Ronald Bolwijn, woordvoerder van de Protestantse Kerk, woensdag nog niet zeggen. „Ik verwacht op de volgende synodevergadering, in november. Maar het hangt ervan af of de commissie dan al klaar is.”
In de vorige week ingestelde commissie hebben zitting: moderamenlid ds. G. de Fijter, ouderling M. Burggraaf, diaken mevr. M. M. G. Eppinga-Fazzi, dr. C. van Sliedregt, mevr. ds. E. J. de Vries-Baarlink, ouderling mevr. S. Hiebsch en adviseur prof. dr. H. P. de Roest.