Minister wil nog zeker vijf jaar door met dierproeven op apen
Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) wil nog zeker vijf jaar dierproeven op apen toestaan. Ook een verdere vermindering van het aantal experimenten, een breed gedragen wens in de Tweede Kamer, wil de NSC-bewindsman niet voor zijn rekening nemen.
In een Kamerbrief wijst Bruins erop dat proeven op apen een belangrijke bijdrage leveren aan onderzoek naar gevaarlijke ziektes en de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins. Hij vindt het belangrijk dat Nederland op dat terrein zelfvoorzienend blijft, „mede gezien de geopolitieke ontwikkelingen”.
Het aantal proeven op apen is de afgelopen jaren in Nederland al fors gedaald, terwijl wereldwijd juist sprake is van een stijging, schrijft Bruins. Hij benadrukt dat de dieren in het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) in Rijswijk beter af zijn dan in vergelijkbare centra elders.
Het BPRC fokt zijn eigen proefdieren, en doet dat volgens de minister al op relatief kleine schaal. Een verdere vermindering zou tot inteelt kunnen leiden. Dat zou niet alleen ten koste gaan van dierenwelzijn maar ook van de kwaliteit en betrouwbaarheid van het onderzoek.
„We doen het al zo goed”, zei Bruins vrijdag na afloop van de ministerraad. „Ik kan nu veel meer voor dierenwelzijn doen als ik dit Europees ga aankaarten.”
Bruins wil daarom het onderzoek met apen de komende vijf jaar in zijn huidige vorm behouden. Tegelijkertijd belooft de minister dat hij „sterker” gaat inzetten op de ontwikkeling van onderzoeksmodellen waar geen proefdieren aan te pas komen.
Het uiteindelijke doel is proefdiervrij onderzoek, benadrukt Bruins. „Als u even kijkt in mijn hart als wetenschapper, dan zeg ik: op termijn lijkt het mij mogelijk op een andere manier wetenschappelijke modellen te produceren die het mogelijk maken om dierproeven overbodig te maken.”