Christelijke ziekenhuisdirecteur Nepal: Voor hindoe is lepra een vloek
Toen Shovakhar Kandel in 1991 voor lepraziekenhuis Anandaban in Nepal ging werken, meden zijn vrienden hem drie jaar lang uit vrees de ziekte te krijgen. Inmiddels lijkt het een kwestie van tijd voordat lepra is uitgebannen.

Een forse brand legde in augustus een afdeling van het Anandabanziekenhuis van de Leprazending in Nepal in de as. Zes weken later liep het trainingscentrum forse schade op door een aardverschuiving. De gevolgen voor het ziekenhuis zijn groot, ook omdat de kans op nieuwe aardverschuivingen aanzienlijk is.
„Ons gebouw staat op een heuvel”, legt ziekenhuisdirecteur Shovakhar Kandel uit. „Omdat de kans op herhaling groot is, overwegen we om gedurende de drie maanden van het regenseizoen te vertrekken. Ingrijpend, maar we moeten de veiligheid van het personeel en patiënten waarborgen.” Kandel vertelt zijn verhaal op het kantoor van de Leprazending in Apeldoorn. Voorafgaand aan een conferentie in Duitsland is hij enkele dagen in Nederland.
In 1991 ging Kandel als 23-jarige aan de slag als manager in het ziekenhuis. Zijn vader, volgens Kandel een toegewijd christen en iemand die veel heeft geleden om zijn geloof omdat Nepal geen godsdienstvrijheid kende, stimuleerde hem sterk. Het ziekenhuis was volgens hem een plaats waar hij „de liefde van Christus met mensen kon delen”.
Misvormd
Sinds 2010 is Kandel directeur. Momenteel heeft het ziekenhuis 125 medewerkers en 130 bedden. In het ziekenhuis zijn 80 bedden beschikbaar voor leprapatiënten. Lepra is een besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte kan leiden tot ernstige vervormingen van onder andere handen, voeten en het gezicht. Na India, Brazilië en Indonesië is Nepal het vierde land ter wereld waar de ziekte het meest voorkomt. Grofweg krijgen jaarlijks 2700 Nepalezen te horen dat ze lepra hebben, een aantal dat de laatste jaren vrij stabiel is.

De Nepalese overheid wil dat het land rond 2030 lepravrij is. Kandel en zijn team werken hard om dat doel te bereiken. „Onze medewerkers gaan van dorp naar dorp om mensen te screenen. Personen die mogelijk lepra hebben, worden doorgestuurd naar een ziekenhuis om de definitieve diagnose te stellen. Deze aanpak is erop gericht om de ziekte in een vroeg stadium te detecteren. Behalve dat zo uitbraken in de kiem worden gesmoord, raken mensen ook niet misvormd. Met medicijnen is lepra volledig te genezen.”
Of over vijf jaar lepra daadwerkelijk is uitgebannen, durft Kandel niet te zeggen. „De ziekte is nog steeds een groot probleem in het land. Lepra treft vrijwel uitsluitend armen, mensen die in slechte hygiënische omstandigheden leven en ongezond eten. In hun gemeenschappen is weinig bewustwording over lepra en rust er nog steeds een stigma op het krijgen van de ziekte. In plaats dat zieken zich laten helpen, rennen ze nog veel te vaak weg voor hulpverleners en besmetten ze anderen.”
Getuigenissen
Het Anandabanziekenhuis is christelijk en heeft als visie dat een alomvattende aanpak nodig is om lepra te bestrijden. Kandel: „We hebben ook oog voor mentale problemen en economische moeiten van patiënten. Waar mogelijk proberen we daar iets aan te doen. Ook proberen we het Evangelie voor te leven en soms iets over God te delen. Dat kan bijvoorbeeld door als behandelaar tegen patiënten te zeggen dat je een middel bent in Gods hand om ze te genezen. Sommigen komen later terug om je te bedanken, anderen blijven weg, net als in de Bijbelse geschiedenis over de genezing van de tien melaatsen.”
Hindoes zien lepra als vloek; je krijgt het als straf voor wat je in een vorig leven hebt gedaan, legt de ziekenhuisdirecteur uit. Als gevolg daarvan worden patiënten uitgesloten van het sociale leven en mogen ze ook niet naar de tempel. Kandel zegt dat hij „veel” ex-hindoes kent die vertellen dat christenen ze wel accepteerden, hun wonden aanraakten, schoonmaakten en behandelden, en dat ze op die manier Gods liefde zagen. „Ik heb veel getuigenissen gehoord. Soms zeggen ze dat het hebben van lepra zwaar was, maar ze daardoor wel God hebben ontmoet en nu gelukkig zijn.”
Nepal telt circa 30 miljoen inwoners, van wie ruim 80 procent hindoe is. Met 1,76 procent zijn christenen een kleine minderheid, maar het aantal christenen nam afgelopen decennium flink toe. Sinds 2015 kent het land officieel godsdienstvrijheid. „Over het algemeen leven hindoes en christenen vreedzaam samen”, stelt Kandel. „Christenvervolging, zoals mijn vader heeft meegemaakt, is er niet meer. Wel kun je in de cel belanden als je openlijk evangeliseert, want het is bij wet verboden om naar een andere godsdienst over te gaan.”