Kerken Suriname verzetten zich tegen internationaal verdrag dat homohuwelijk stapje dichterbij brengt
Het homohuwelijk zal in Suriname nooit zonder slag of stoot worden geaccepteerd. In februari bepaalde de rechter dat in het buitenland gesloten homohuwelijken moeten worden ingeschreven bij de burgerlijke stand. Kerken komen in het verweer.

In januari 2017 veroorzaakte parlementariër Ronny Asabina de nodige ophef met zijn uitspraak dat homoseksualiteit „een gruwel in Gods ogen” is en niet bevorderd of gereguleerd mag worden in Suriname. Zijn woorden leidden tot verontwaardiging, vooral in Nederland.
Met zijn standpunt verwoordde Asabina de gevoelens die leven bij veel inwoners van Suriname – waar homoseksualiteit niet wordt geaccepteerd; hooguit gedoogd. Om die reden is er niets over de rechten van homoparen opgenomen in het Nieuw Burgerlijk Wetboek, dat per 1 mei aanstaande inwerking moet treden, net zomin als er iets wordt gemeld over het homohuwelijk.
De kans is echter groot dat ook Suriname –evenals veel andere landen– op termijn wel het homohuwelijk zal moeten accepteren. De 27 lidstaten van de Europese Unie hebben op 15 november 2023 op het eiland Samoa allerlei afspraken gemaakt met 79 van hun voormalige koloniën in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de zogenoemde ACS-landen. De Samoa-overeenkomst die daaruit voortvloeide, heeft betrekking op onderwerpen als onder meer duurzame ontwikkeling, economische groei, mensenrechten en vrede en veiligheid.
Samoaverdrag
Dat klinkt heel algemeen en daardoor zijn gevoelige details in de enorme berg afspraken ondergesneeuwd, waaronder die over de gelijke rechten van de lhbti-gemeenschap. Een doorn in het oog van veel landen, die zich hevig tegen homorechten verzetten. Er zijn ook landen die weigeren het verdrag te ratificeren, zoals Trinidad en Tobago – een eilandenstaatje boven Venezuela.
Het Surinaamse Constitutioneel Hof wees begin 2023 een verzoek af in een zaak waarin werd gevraagd om een in het buitenland gesloten huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht in te schrijven in het bevolkingsregister. Het Hof oordeelde destijds dat in de Surinaamse wet is vastgelegd dat een huwelijk alleen tussen een man en een vrouw kan worden gesloten. Maar vorige maand oordeelde een rechter dat deze zienswijze in strijd is met internationale verdragen, waaronder het Samoaverdrag, dat president Chan Santokhi inmiddels had geratificeerd.
Dat gebeurde overigens zonder dat het verdrag aan het parlement was voorgelegd. Tot grote woede van zeker veertig christelijke organisaties, die in brieven het staatshoofd opriepen Suriname terug te trekken uit dit verdrag. Minister van Buitenlandse Zaken Albert Ramdin zei echter dat dit geen optie is, omdat het verdrag volgens hem bindend is. „Het zou vreemd zijn als we nu met de EU gaan praten over een kwestie waar we het niet mee eens zijn”, aldus de minister. Dwangmiddelen zijn volgens hem niet opgenomen in het verdrag, al twijfelde hij daar later weer over. „We zullen opnieuw met een stofkam door het verdrag gaan.”
Abortus
Velen vinden dat Ramdin drogredenen aanhaalt en wijzen erop dat landen soeverein kunnen besluiten om zich terug te trekken uit internationale verdragen. Ze halen als voorbeeld de Amerikaanse president Donald Trump aan, die zich heeft teruggetrokken uit het Klimaatakkoord van Parijs.
De Stichting Evangelie Centrum Suriname, het Comité Christelijke Kerken en de Interreligieuze Raad in Suriname hebben zich uitgesproken tegen het verdrag, waarvan zij vinden dat het Suriname „door de strot is geduwd” en dat de regering zich met „kralen en spiegeltjes” heeft laten verleiden om de ziel van het land te verkopen. De Vereniging van Volle Evangelie en Pinkstergemeenten en Bedieningen Suriname (VVEPS) is diezelfde mening toegedaan.
„Onder het mom van mensenrechten worden de ACP-landen Europese standaarden opgelegd (…) die erop gericht zijn om op een misleidende wijze de EU-agenda voor abortus en lhbti-rechten in te voeren in de ACP-landen”, zo reageerde de VVEPS in een brandbrief aan de president. „Het aanbieden van geld in ruil voor het verlagen van morele standaarden en het opgeven van vrijheden, is een voortzetting van het beleid dat eeuwen geleden reeds werd gevoerd door Europa.”