Amnesty wil mensenrechten op eerste plek bij staatsbezoek Kenia
Amnesty Kenya roept koning Willem-Alexander en koningin Máxima op om mensenrechten centraal te stellen tijdens hun driedaagse staatsbezoek aan Kenia, dat dinsdag begint. Die rechten staan volgens verschillende organisaties onder druk sinds de regering afgelopen zomer een protest tegen belastingverhoging hard neersloeg. Daarbij vielen tientallen doden.
Vooral jongeren zijn kritisch op het beleid van president William Ruto. Bij hen leven grote zorgen over corruptie, jeugdwerkloosheid en inflatie in het Oost-Afrikaanse land. Op de eerste dag van het bezoek gaat het koningspaar in gesprek met jongeren over de mensenrechtensituatie in het land.
Amnesty Kenya roept zowel de Nederlandse als de Keniaanse autoriteiten op om „mensenrechtenschendingen aan te pakken en zich in te zetten voor het afleggen van verantwoording aan alle slachtoffers na het recente brute optreden tegen mensenrechten”. Volgens de mensenrechtenorganisatie blijven „ontvoeringen en martelingen ongestraft plaatsvinden” in het land.
Afgelopen zomer braken rellen uit bij een protest van jongeren tegen belastingverhoging. De veiligheidsdiensten grepen hard in bij een bestorming van het parlementsgebouw en door politieschoten kwamen meer dan veertig mensen om het leven. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn de afgelopen maanden tientallen mensen door politiegeweld omgekomen en tientallen mensen ontvoerd.
Amnesty richt zich in het bijzonder op het koningspaar en de meereizende ministers Klever (Buitenlandse Handel), Veldkamp (Buitenlandse Zaken) en Brekelmans (Defensie). Zij moeten de onderwerpen aankaarten tijdens het bezoek. „Economische, militaire en andere belangen mogen niet ten koste gaan van mensenrechten.”
De Nederlandse mensenrechtenambassadeur Wim Geerts ging enkele weken geleden naar het land om over de zorgen te praten. Hij zei eerder al dat het belangrijk was om over deze onderwerpen te blijven praten. „Je zou ook ervoor kunnen kiezen om met je rug naar een land toe te gaan staan, een land te negeren. Dat helpt zeker niet.”