„Dit vormt een gevaarlijke ontwikkeling, waarin academische vrijheid en het open debat steeds meer onder druk komen te staan door eenzijdige propaganda en verstoringen van het academische discours.” Het CIDI zegt dat het besluit niet alleen verbazing oproept, maar ook leidt „tot volledig onbegrip, gezien het feit dat de UvA tegelijkertijd wel haar samenwerking met Chinese universiteiten voortzet”.

Het CIDI zet vraagtekens bij de argumentatie van de UvA om de uitwisselingen voorlopig niet te hervatten. „Indien academische vrijheid de doorslaggevende factor zou zijn, is dit argument onhoudbaar: internationale ranglijsten tonen aan dat Nederland zelfs lager scoort dan Israël op dit gebied. De situatie in China, waar academische vrijheid ernstig wordt beperkt, maakt de beslissing des te ongeloofwaardiger en onbegrijpelijker.” Overigens wil de UvA ook nieuwe afspraken maken met de Chinese overheidsinstelling die uitwisseling van studenten met het buitenland moet bevorderen, onder meer om de academische vrijheid van studenten beter te beschermen.

De universiteit wijst in haar besluit ook naar de samenwerking binnen de Hebrew University met het Israëlische leger. „Het is echter onacceptabel en hypocriet om deze samenwerking aan te grijpen als argument om Israëlische studenten - die hier geen enkele betrokkenheid bij hebben - te weren”, aldus het CIDI.