Brood en levend Brood voor lijdende baboesja’s in frontlinie; „Goddank kan ik mijn familie voeden”
Grauwe gezichten, verweerde handen en vragende ogen. Ongeveer 240 voornamelijk oudere mannen en vrouwen uit Cherkas’ki Tyshky kijken verwachtingsvol naar twee busjes die het terrein opstuiven. Ze krijgen brood én worden gewezen op het levende Brood.

„Steek je hand op als je familie of vrienden aan het front hebt”, roept baptistenvoorganger Oleksandr Yarmoshevich naar de ouderen die in een kring in de kou om hem heen staan. Tientallen handschoenen gaan de lucht in. „We bidden voor iedereen die nu voor ons vecht, vrienden”, roept Yarmoshevich – kortweg Sasha. „Waren zij er niet, dan zouden de Russen hier nu staan en de meesten van ons vluchteling zijn.”
Pastor Sasha weet het: hij moet het kort houden. Maximaal 5 minuten. Stil luisteren lukt niet als de magen rammelen en het onder nul is. Voor de baptistenvoorganger staat een groep oude baboesja’s en didy’s –oma’s en opa’s– in de sneeuw. Mutsen op, handschoenen aan en diep weggedoken in hun dikke bontjassen. De één loopt op krukken, de ander met een fiets aan de hand, allemaal zijn ze hongerig. Voor ze voedsel krijgen, wordt het levende Brood, Jezus Christus, hen voorgesteld. „Vrienden, ik heb een groot verzoek aan jullie allemaal”, roept pastor Sasha: „Zoekt de HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.”
De baptistenvoorganger roept de bevolking van Cherkas’ki Tyshky op te bidden voor Oekraïne: „Vraag de Heere om rust en vrede, of Hij jullie families wil beschermen en of Hij de Russen uit ons land wil verdrijven. „Het paard wordt bereid tegen de dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN””, citeert hij uit Spreuken 21. „Amerika noch Europa kan ons helpen in deze oorlog. Alleen de Heere geeft de overwinning, de Heere geeft vrede en we vertrouwen op de Heere.”
Kerkhof
De mensen die rondom pastor Sasha staan, zitten niet standaard iedere zondag in de kerk. Hooguit zijn ze gedoopt in de Oekraïens-Orthodoxe kerk van Cherkas’ki Tyshky. Onder de zilverkleurige koepels die aan het einde van de straat glinsteren, worden sinds februari 2022 geen diensten meer gehouden, weet de 70-jarige dorpsbewoner Valentina Lapty te vertellen. Een andere kerk is er in Cherkas’ki Tyshky niet.
Lapty is maar wat blij dat pastor Sasha voedsel uitdeelt, zodat ze voor haar man en zoon vanavond een pan op tafel kan zetten. „Honger hebben we niet”, erkent ze. „Ik heb aardappelen en groenten in voorraad. Maar dat is dan ook alles.”
Tot vorig jaar moest Lapty het ook zonder gas en elektriciteit stellen. Een resultaat van de tactiek van de verschroeide aarde, een Russische oorlogsstrategie waarbij ze bij terugtrekking alles overhoop schieten. Nadat de Oekraïense strijdkrachten Cherkas’ki Tyshky in mei 2022 na drie maanden Russische bezetting bevrijdden, troffen ze de bebouwing verwoest en vernield aan. De brokstukken van de brug die ooit over het smalle stroompje de Charkiv tot het dorpje toegang verschafte, is er nog een stille getuige van.

Opgepakt
In de wijde omgeving van Cherkas’ky Tyshky zijn de verwoestingen van de oorlog zichtbaar. De snelweg vanuit Charkiv naar het noorden voert door een zwartgeblakerd bos. Tegen een van de verbrande stammetjes staat een militair voertuig geparkeerd. Langs de hoofdweg door Tsyrkuny, vlakbij Cherkas’ky Tyshky, staat een door granaten compleet doorzeefde school. In het plafond zitten gaten, elektriciteitsdraden hangen omlaag en stoelen en tafels liggen kriskras door een scheikundelokaal. In het gebouw verschansten de Russen zich toen ze in mei 2022 in de verdediging waren gedrongen bij een Oekraïense tegenaanval. Tegenover de school is een kerkhof met uitgebrande legervoertuigen. ”Wij gaan naar Berlijn”, staat op de voorkant van een kapotte Russische tank. Het pantservoertuig kwam niet verder dan Tsyrkuny.
In Cherkas’ki Tyshky zelf woonden voor de Russische invasie circa 800 mensen. Nu nog geen 300. Enkel de oudere bevolking keerde terug naar haar geboortedorp nadat de Oekraïners het bevrijdden. Jongeren bleven weg. Nog altijd ligt de lokale economie op z’n gat. Winkels bleven ook na de bevrijding, bij gebrek aan jonge werkkrachten, gesloten of waren verwoest. Voor de voedselvoorziening is de bevolking nog altijd afhankelijk van kerken en christelijke hulporganisaties die de humanitaire rol van de overheid hebben overgenomen.
Voor het voeden van de oudjes in Cherkas’ki Tyshky voelt pastor Salim Kaylov, een baptistenvoorganger uit Charkiv, zich verantwoordelijk. Eens per twee weken trekt hij naar het dorpje in het frontgebied met in de achterbak van zijn bestelbus basisproducten als brood, rijst en pasta. De middelen zitten in blauw-gele tassen – de kleuren van de Oekraïense vlag. Maar omdat pastor Salim is opgepakt om aan het front te worden ingezet, neemt pastor Sasha voor zijn collega vandaag waar.

Victoriebrood
Na een korte preek zwaait de voorganger de klep van een van de twee zwarte Volkswagenbussen open. Mensen drommen samen. „Rustig aan. Er is genoeg voor iedereen”, probeert de voorganger de gemoederen wat te bedaren. Het helpt. Ze wachten een voor een hun beurt af. „Het is een grote eer om jullie te mogen helpen en jullie het allerbelangrijkste te vertellen, lieve vrienden”, bemoedigt pastor Sasha de bewoners van Cherkas’ki Tyshky. De voorganger wordt geholpen door Daniël van der Leer en Gert Jan den Ouden van Christian Refugee Relief (CRR), een Nederlandse hulporganisatie die de voedselhulp van kerken aan het Oekraïense front ondersteunt.
Ze delen zogenoemd ”victoriebrood” uit, gebakken door Craft Bakery by Dubova, een ambachtelijke bakkerij die deels gefinancierd door CRR 24 uur per dag, zes dagen in de week –behalve op zondag– broden bakt voor mensen wonend aan het front. In de ondergrondse bakkerij aan de rand van Kyiv worden dagelijks 1800 broden gebakken, 40.000 in de maand, 2.150.000 sinds het begin van de Russische invasie drie jaar terug.
In vlam
Anatoliy Bondar maakt er dankbaar gebruik van. Hij leunt naast zijn witte fiets tegen de witte, houten muur van een huis. In het mandje voorop zijn rijwiel zit een victoriebrood. „Goddank kan ik mijn vrouw, dochter en kleindochter van brood voorzien”, zegt de 70-jarige grootvader. Zijn boerderij is drie jaar terug door de Russen in vuur en vlam gezet en zijn koeien zijn gedood, vertelt hij. Nu zijn hele hebben en houwen hem is ontnomen, is hij van de voedselhulp van de kerk uit Charkiv afhankelijk.
Ook de 63-jarige Oleg –steunend op een kruk, gekleed in een dikke bontjas en een pijp in de mond– heeft het nodige meegemaakt toen de Russen Cherkas’ki Tyshky veroverden. Zijn huis vond hij drie maanden later zwaar beschadigd terug en nog altijd heeft hij gas noch elektriciteit. „Honger, dat ken ik niet”, gromt hij echter als hem ernaar gevraagd wordt. De alleenstaande man pakt zijn victoriebrood op en draait zich om.
Het zijn deze berooide mensen waar pastor Sasha met hart en ziel om geeft. „Als de Russen de slag om Charkiv hadden gewonnen, was ik zelf een vluchteling geweest”, vertelt hij over zijn motivatie. „Nu ik de mogelijkheid heb anderen te helpen, doe ik dat waar het maar kan. Jezus zei: „Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden””, citeert de pastor uit Johannes 15. „Daar wil ik naar handelen.”