Op pad met kapelaan Yoeri: Psalm 50 tot bemoediging aan Oekraïens front
Het is nacht aan het Oekraïense front bij Shevchenkove. Op zangerige toon houdt kapelaan Yoeri een korte preek voor dertig soldaten die arm in arm op een open plek tussen de bomen staan. „Roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen.”

De woorden uit Psalm 50 sterven weg in het nachtelijk duister.
Het is bitterkoud. Zeker 10 graden onder nul. Op de achtergrond klinkt het voortdurend gerommel van artillerie en inslaande mortiergranaten. Geen wonder. Slechts 25 kilometer verderop bevindt zich het front.
In de sneeuw, iets ten noorden van het dorpje Shevchenkove, krijgen deze Oekraïense mannen van tussen de 40 en 60 jaar oud hun militaire opleiding. In tien dagen tijd leren ze in het trainingskamp artillerie bedienen. In totaal duurt de stoomcursus vier maanden. Daarna zouden ze ‘klaar’ moeten zijn voor inzet aan het front. Hun taak: Russische loopgraven bestormen.
Niet eenvoudig voor deze mannen op leeftijd. Komt er geen vrede, dan zullen de eersten over enkele maanden sneuvelen. Al circa 46.000 Oekraïners zijn naar verluidt in de strijd gedood, tegenover 60.000 tot 70.000 man aan Russische zijde. Dé reden waarom jonge Oekraïners onderduiken of naar het buitenland vluchten om de dienstplicht –vanaf 25 jaar– te ontlopen.
Ingevallen
Bij gebrek aan jonge mankracht moeten mannen op leeftijd de klus aan het front klaren – overlevend op voornamelijk heet water en voorgekookte aardappelen. Hun ingevallen gezicht spreekt boekdelen.
Reden voor pastor Oleksandr Yarmoshenko –kortweg Sasha– om wekelijks de militairen op te zoeken en hun wat extra’s toe te stoppen. Ook deze koude winterdag trekt hij eropuit. In de achterbak van een Volkswagen Transporter vervoert hij appels, chocolade en Pepsi Cola. Voorzien door de Nederlandse stichting Christian Refugee Relief (CRR), die de voedselhulp van de baptistenvoorganger steunt. CRR-oprichter Daniël van der Leer en projectmanager Gert Jan den Ouden helpen de pastor vandaag een handje mee.
„Deze mannen verdedigen ook mijn vrijheid”, verklaart Sasha zijn motivatie om de militairen aan het front wekelijks op te zoeken en van wat lekkers te voorzien. „Waren zij er niet, dan zou mijn woonplaats door de Russen zijn veroverd, mijn huis en kerk vernietigd, en zou ik een vluchteling zijn geweest. Op mijn wijze probeer ik een steentje bij te dragen aan de strijd en onze militairen te helpen de Russen tegen te houden.”
Checkpoint
Om vanuit Charkiv –de tweede stad van Oekraïne– bij het front te komen, moet Sasha langs vier verschillende checkpoints. Betonblokken staan overdwars op de weg, bunkers aan de zijkant, en Oekraïense militairen kijken aan weerszijden nauwlettend toe. Enthousiast draait Sasha het raampje omlaag en deelt zijn „zegeningen”–chocoladerepen van het populaire Oekraïense merk Roshen– uit aan de militairen die diep weggedoken in hun legerjassen urenlang in de winterse kou op wacht moeten staan.
Ribbeltjes in het wegdek herinneren aan de Russische tanks die hier drie jaar terug reden
Dit is een hoogrisicogebied, maakt een noodmelding op de telefoon duidelijk. Navigatie kan hier uitvallen. Als het luchtalarm afgaat, wordt het gps-systeem bewust verstoord om Russische raketten en drones om de tuin te leiden. Lastig voor automobilisten die hier onbekend zijn, maar Sasha weet feilloos de weg.

Richting het front wordt de weg leger en leger. Het asfalt zingt. Ribbeltjes in het wegdek herinneren aan de Russische tanks die hier drie jaar terug reden in een poging om Charkiv te veroveren. Dat offensief mislukte en na drie maanden moesten de Russen afdruipen. Inmiddels verschuift het front nauwelijks meer en hebben Russische en Oekraïense troepen zich ingegraven rondom Kupiansk.
Landmijnen
In een bemodderd Volkswagenbusje –met op de zijkanten een wit kruis geverfd– begeleidt kapelaan Yoeri het busje van voorganger Sasha en de mannen van CRR vandaag naar een militair trainingskamp nabij het front. De breedgeschouderde legerpredikant doet zijn werk meest ’s avonds en ’s nachts, op uren dat zijn busje niet goed zichtbaar is voor Russische drones. Yoeri trekt gewonden en stervenden van het front weg, doet een laatste gebed bij stervende militairen en deelt –zoals vandaag– ook voedsel uit aan de soldaten.
De kapelaan stuurt zijn busje een smal spoor de wildernis in. „Een heel slechte weg”, waarschuwt pastor Sasha vooraf. Dat is niets te veel gezegd. Hobbelend gaat het over de stijf bevroren ondergrond door verlaten dorpjes –de bevolking is in 2022 voor de Russen gevlucht– slingerend door de besneeuwde velden. Uitwijken kan niet. Alleen al niet vanwege het risico op landmijnen, die met rood-witte linten op stokjes staan aangegeven.
„Nog één heuveltje”, zegt Sasha. „Dan zijn we bij het trainingskamp.”
Priesterschort
Van een afstandje lijkt het niet meer dan een bos – al verraadt een lichtje teken van leven. Voor een provisorische tent van tussen boomstammetjes gespannen zeildoeken staan dertig mannen in militair tenue. Sommigen steken een sigaretje op. Een Boerboel –een Zuid-Afrikaanse herder– waggelt tussen de benen door. De reddingshond wordt ingezet in medische noodsituaties en is sterk genoeg om gewonden en stervenden van het front weg te trekken.
Achter de geïmproviseerde tent van zeildoeken is een opening in de grond. Een tunnel leidt naar een 2 meter diep hol waar twee mannen kunnen slapen, laat een militair zien. Warm is het ondergronds wel – met dank aan de houtkachel die in de hoek zachtjes snort en de aluminiumfolie die de wanden bedekt. Maar echt comfort is er niet bij.
Buiten staat Sasha klaar om zijn zegeningen aan de militairen uit te delen. Maar eerst neemt kapelaan Yoeri het woord. De militairen schuifelen dicht tegen elkaar aan en staan in een kring op een open plek tussen de kale boomstammetjes.
De kapelaan, met een Oekraïens-orthodox priesterschort over zijn militaire tenue, spreekt een gebed uit en houdt op zangerige toon een korte preek met Psalm 50 als uitgangspunt: „Roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren.” Ook legt hij in een paar woorden uit dat de extraatjes van pastor Sasha vanuit Nederland zijn voorzien.
Samen met twee helpers zegent Yoeri één voor één de militairen met de woorden uit Psalm 90: „Bevestig Gij het werk onzer handen.” Een heel ritueel: Yoeri en zijn helpers zalven met olie een kruis op ieders voorhoofd, leggen zegenend de handen op en spreken een gebed uit.
Slava
„Eén Pepsi, één appel en één chocoladereep voor iedere man”, instrueert pastor Sasha de mannen van CRR. De militairen houden hun handen als een kommetje omhoog. „Dyakuyu” –vertaald: dankjewel–, klinkt het dankbaar. „Slava Hollandi” –glorie aan Nederland–, roepen de militairen luidkeels als een groepsfoto wordt gemaakt.
„In de loopgraven zitten geen atheïsten”, citeert Sasha een Engels gezegde als hij weer in de Volkswagen zit op de terugweg naar Charkiv. Hoewel er ook soldaten zijn die in de strijd hun geloof in God verliezen, raken de meeste soldaten aan het front er juist van doordrongen dat er Iets hogers moet zijn. Sasha: „Zodra de kogels je om de oren vliegen, besef je dat alleen God je leven kan sparen of het juist weg kan nemen.”
Beluister een podcast over de situatie in Oekraïne