EconomieLuchtkwaliteit

„Je ruikt het niet, maar die schone lucht is heel goed voor onze gezondheid”

De lucht boven Nederland wordt steeds schoner. Ons land ligt ruimschoots op schema om de Europese normen voor 2030 te halen. Maar de doelen die Nederland zichzelf voor stikstof heeft opgelegd, liggen ver buiten bereik.

6 March 2025 06:41Gewijzigd op 6 March 2025 09:36Leestijd 4 minuten
De stikstofuitstoot van het wegvervoer daalt fors door onder meer de komst van schonere motoren.  beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
De stikstofuitstoot van het wegvervoer daalt fors door onder meer de komst van schonere motoren.  beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Dat blijkt uit de tweejaarlijkse raming van de ontwikkeling van de luchtkwaliteit, die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) donderdag heeft gepubliceerd, in samenwerking met de onderzoeksinstituten RIVM en TNO en de Wageningen Universiteit.

PBL-directeur Marko Hekkert steekt zijn tevredenheid niet onder stoelen of banken. „Ik vind het ontzettend  goed nieuws voor de gewone Nederlander. Je ziet het niet, je ruikt het niet, maar die schone lucht is heel goed voor onze gezondheid”, zei hij tijdens een toelichting aan de pers.

Levensverwachting

Kostte luchtverontreiniging Nederlanders in 2016 gemiddeld nog acht maanden van hun leven, in 2030 zal dat gehalveerd zijn. Dit sluit aan op het streven van het Schone Lucht Akkoord, een pakket afspraken uit 2020 tussen het Rijk, provincies en tal van gemeenten. „Dat de levensverwachting vier maanden vooruitgang boekt, is in de gezondheidszorg ongehoord”, vergelijkt Hekkert.

„Je ziet het niet, je ruikt het niet, maar die schone lucht is heel goed voor onze gezondheid”

Marko Hekkert, directeur PBL

Met vier van de vijf luchtverontreinigende stoffen waarop Europa de lidstaten afrekent, gaat het in Nederland sneller de goede kant op dan twee jaar geleden nog werd voorzien: fijnstof, zwaveldioxide en ook stikstof – zowel stikstofoxiden als ammoniak. De vijfde stof, niet-methaan vluchtige organische stoffen, ligt met zijn daling ook ruimschoots op schema, zij het in wat lager tempo dan in 2023 werd voorzien.

Wat stikstofoxiden betreft, doen vooral schonere motoren in het weg- en scheepvaartverkeer een flinke duit in het zakje. Mobiliteit is de grootste bron van deze stikstofverbindingen en goed voor 17 procent van de totale stikstofneerslag op kwetsbare beschermde natuur.

Ammoniak

Ammoniak, de bron van 75 procent van de stikstofneerslag op gevoelige natuur, is vooral uit de landbouw afkomstig. Ook die sector heeft de afgelopen jaren forse vooruitgang geboekt. Dat zal tot 2030 in stevig tempo doorgaan. Het PBL geeft daarvoor drie verklaringen: het wegvallen van de zogeheten derogatie waardoor boeren minder mest mogen uitrijden, de opkoopregelingen van de overheid en de opkomst van emissiebeperkende technieken in veestallen.

Hekkert concludeert: „Technologie werkt. Milieubeleid heeft effect. De stikstofemissies blijven dalen, al moet daar nog wel een schepje bovenop.”

Goed nieuws voor de commissie-Schoof, de ministeriële commissie economie en natuurherstel, zou je denken. Die moet een uitweg zoeken uit de stikstofcrisis. Maar bij de doorrekening door het RIVM komt de aap uit de mouw: om de stikstofdoelen die in de Omgevingswet staan te halen, is een „schepje erbovenop” bij lange na niet voldoende.

In 2030 moet volgens de wet de stikstofneerslag op 50 procent van de stikstofgevoelige beschermde natuur onder de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) liggen – de hoeveelheid die de natuur in een specifiek gebied nog net kan verdragen. Vijf jaar later is het doel 74 procent.

In januari bepaalde de rechtbank in Den Haag in de zogeheten Greenpeace-uitspraak nog dat de overheid het doel voor 2030 móet halen

Dat gaat bij lange na niet lukken, althans niet met het huidige beleid en de maatregelen die al zijn afgesproken en waar de jongste raming rekening mee houdt.

Daarmee pakt de ammoniakuitstoot uit de landbouw in 2035 15 procent lager uit dan twee jaar geleden werd geraamd. Om de KDW’s te halen zou dat 70 tot 80 procent moeten zijn. Dat ligt heel ver buiten bereik, constateert het PBL-rapport.

Overigens speelt daarbij mee dat de KDW’s vanwege wetenschappelijke inzichten twee jaar geleden voor veel natuurgebieden zijn aangescherpt. Zonder die aanscherping zou een daling van 33 procent voldoende zijn geweest.

Hekkert vindt het „slecht nieuws” dat de KDW’s niet gehaald gaan worden. „Wij hebben eerder gezegd dat het niet verstandig is om het beleid puur op de KDW te richten. Het is beter om naar emissies te kijken, want daar kun je op sturen.”

Volgens hem zijn er ook andere knoppen waaraan gedraaid kan worden om de natuur vooruit te helpen. „Waterstand en waterkwaliteit bijvoorbeeld. We zijn helemaal dat stikstofspoor ingelopen, het is bijna een knoop die je niet meer kunt ontwarren.”

Meer over
Luchtkwaliteit

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer