Rechter wijst bezwaren tegen maatregel rond huurprijs af
Verhuurders hebben geen gelijk gekregen in een zaak tegen de Staat over een overheidsmaatregel die bedoeld was om prijsstijgingen in de huursector te beperken. Een groep particuliere verhuurders had eind 2023 een zaak aangespannen die draaide om de zogeheten WOZ-cap, die een jaar eerder werd ingesteld om ervoor te zorgen dat de WOZ-waarde minder bepalend werd bij het vaststellen van de huurprijs.
De WOZ-waarde, de geschatte marktwaarde van een huis, mag hierdoor nog voor maximaal 33 procent meetellen in de bepaling van de huurprijs. Zo blijft huren in gebieden met een groot woningtekort betaalbaar, is het idee achter de maatregel. Maar volgens verhuurders konden ze door de WOZ-cap niet meer genoeg investeren in woningen om die bijvoorbeeld te verduurzamen en werden huurwoningen hierdoor weer in de verkoop gezet.
De vorderingen van individuele verhuurders uit Amsterdam, Haarlem en Leiden zijn afgewezen. De rechten van de verhuurders zijn niet geschonden en de maatregel was proportioneel en niet-discriminerend, heeft de rechtbank in Den Haag woensdag geoordeeld. De Stichting Fair Huur, die als belangenbehartiger wilde optreden namens de verhuurders, werd door de rechter niet-ontvankelijk verklaard. De stichting had volgens de uitspraak niet voldaan aan bepaalde voorwaarden op het gebied van bestuur en transparantie.
De Woonbond, een belangenvereniging van huurders, had zich vorig jaar ook gemengd in de rechtszaak om de belangen van huurders en woningzoekenden te verdedigen. De bond voelt zich na het oordeel van de rechtbank gesterkt. „De uitspraak van de rechter maakt duidelijk dat het belang van een paar individuele verhuurders niet boven het algemeen belang van betaalbare huurprijzen staat”, reageert belangenbehartiger Marcel Trip van de Woonbond. „Deze verhuurders proberen de huurprijsbescherming te beschadigen zodat ze meer huur kunnen vragen. Zij vinden het recht op eigendom belangrijker dan het recht op huisvesting.”