BinnenlandHalf jaar later 

Brand Regenboogkerk Epe geeft gemeente nieuw vuur: „Dat is toch een wonder?” 

Op een zonnige augustusdag gaat de Regenboogkerk in Epe volledig in vlammen op. Een halfjaar later blijkt dat de brand een opmerkelijke ontwikkeling teweeggebracht heeft. De predikant en kerkenraadsvoorzitter blikken terug.

17 February 2025 21:05
De brand in de Regenboogkerk in Epe op 20 augustus vorig jaar. Binnen een uur was de kerk volledig afgebrand. beeld Stefan Verkerk
De brand in de Regenboogkerk in Epe op 20 augustus vorig jaar. Binnen een uur was de kerk volledig afgebrand. beeld Stefan Verkerk

Na afloop van een pastoraal bezoek fietst ds. Dineke van de Wetering nietsvermoedend naar huis. Opeens ziet ze een groep mensen achter een politieafzetting staan. Op het moment dat ze zich afvraagt waar de menigte naar staart, ruikt ze het antwoord: brand. Als ze lokaliseert waar de dikke rookwolken vandaan komen, schrikt ze: dat moet ‘mijn’ kerk zijn. „Het voelde surrealistisch. Je houdt er geen rekening mee dat je kerk op een willekeurige dinsdagmorgen in de brand vliegt.”

De predikant –sinds 2008 verbonden aan de Eper Gereformeerde Kerk binnen de PKN– kan door de politieafzetting niet dichterbij komen. „En om nu te zeggen dat ik de dominee van die kerk ben, vond ik ook zo wat. Die hulpverleners moeten hun werk doen. Ik wilde ze niet voor de voeten lopen.” Egbert Dijkgraaf, de voorzitter van de kerkenraad, gooit zijn functie wel in de strijd om dichter bij de kerk te komen. Maar de politie laat zich niet vermurwen. Als het tweetal uren later de rampplek bezoekt, zien ze dat de fiere jarendertigkerk veranderd is in een hoop smeulende stenen.

„Een gebouw is niet meer dan een hoop stenen, maar als het opeens weg is, doet dat veel”Egbert Dijkgraaf, voorzitter kerkenraad

De gemeente komt die avond samen in de Grote Kerk in Epe. Er is ruimte voor verhalen, emoties, een arm om de schouder. „Sommige gemeenteleden werden als kind in de Regenboogkerk gedoopt en droegen daarvandaan hun vrouw naar het graf. Een gebouw is niet meer dan een hoop stenen. Maar als dat opeens weg is, doet dat toch veel met je”, zegt Dijkgraaf. Die zondag erna wandelen gemeenteleden na de dienst naar de plek van de brand. „We hebben samen liederen gezongen en bloemen in het hek geprikt.”

De reacties na de brand zijn hartverwarmend. „Een kaarsenmaker uit Brabant mailde ons. Hij zag in zijn administratie dat hij in het verleden een Paaskaars aan ons had geleverd en stuurde een nieuwe op”, zegt Dijkgraaf geëmotioneerd. „Zoiets raakt me. Het is een klein gebaar, maar juist daardoor krachtig. Dat zo’n man de moeite neemt.”

Gortdroge akoestiek

Op dit moment komt de gemeente samen in een zaaltje van wijkgebouw Burgerenk. De kleinschaligheid van die ruimte geeft de zondagse dienst een andere sfeer. „De Regenboogkerk was groot en veel mensen zaten op een vaste plek. Die indeling is helemaal door elkaar gehusseld”, legt Dijkgraaf uit. „Gemeenteleden zitten nu letterlijk schouder aan schouder. Sommige mensen hebben elkaar voor het eerst in jaren gesproken. Er is een nieuwe verbondenheid ontstaan.”

„Het kruis aan de muur moest worden ingewisseld voor een rendier” Dineke van de Wetering, predikant 

Een gevoel van heiligheid is in het zaaltje echter ver te zoeken, benadrukt de voorzitter. De gebrandschilderde ramen moesten worden ingewisseld voor zelfgemaakte schilderijtjes, het kruis aan de muur voor een dartbord. „In december stond er een kerstboom en hing er een rendier aan de muur. Wij zijn daar te gast, dus we gaan die spullen ook niet weghalen”, zegt ds. Van de Wetering. „Maar je mist daardoor het echte kerkgevoel. We hebben sinds kort wel een orgeltje. Maar het zingen gaat moeizaam. De akoestiek is gortdroog.”

Egbert Dijkgraaf (l.) en ds. Dineke van de Wetering. beeld RD

Het zoeken naar een nieuwe bestemming is in volle gang. Een extern begeleider helpt de gemeente daarbij. Samen zo veel mogelijk neuzen dezelfde kant op krijgen, is het doel. „De overkoepelende vraag daarbij is: hoe willen we kerk zijn?” legt Dijkgraaf uit. Een speciale regiegroep heeft een jaar de tijd om alle ideeën te inventariseren. Die lopen sterk uiteen: van het opkopen van een leegstaand pand tot het realiseren van een nieuw kerkgebouw met appartementen erboven.

Het nieuwe onderkomen moet naast een sacrale uitstraling vooral over multifunctionaliteit beschikken. „Het is niet alleen een plek voor onszelf, maar ook voor de Eper gemeenschap. In de Regenboogkerk verhuurden we ook zalen aan de Voedselbank en de fuchsiavereniging.”

In het dorp zijn drie hervormde PKN-kerken. Waarom niet samen verder? „Op dit moment is het nog vrij bewolkt”, zegt Dijkgraaf. „We hebben contact, maar het is nog niet zo dat we zeggen: we gaan samen.” Ds. Van de Wetering: „Na de brand brachten we vier zondagen door in de Grote Kerk. De kerk zat vol. Het zong geweldig. Iemand zei: „Dit zou ik altijd wel willen”. Een ander gemeentelid keek anders naar eenwording: „We zijn toch niet voor niets verschillende kerken. We hebben een eigen identiteit”.”

Daarbij komt dat het verzekeringsbedrag –„met zes nullen”– ook daadwerkelijk in een ander kerkgebouw geïnvesteerd moet worden. „Anders keert de verzekering het geld niet uit. We kunnen het dus niet op de bank zetten of er een nieuw zwembad van kopen.”

Dakdekker

Het onderzoeksteam van de brandweer wees de dakwerkzaamheden destijds aan als meest waarschijnlijke oorzaak van de brand. Is er nog contact geweest met de dakdekker? „Er werd ons afgeraden dat te doen. De afhandeling van de brand is een zaak tussen verzekeringen. Om het zuiver te houden heeft één kerklid contact met hem.”, zegt Dijkgraaf. Ds. Van de Wetering: „Ik had hem nadien wel een bloemetje willen sturen. Zo van: het komt goed, we redden ons heus wel. Wat zal het traumatisch voor die man geweest zijn.”

„Een flinke groep gemeenteleden die niet meer naar de kerk kwam, komt weer naar de wekelijkse eredienst” Egbert Dijkgraaf, voorzitter kerkenraad 

De brand heeft grote impact op henzelf en de gemeente. „Als ik erlangs fiets, kijk ik nog steeds de andere kant op”, merkt ds. Van de Wetering op. Wonderlijk genoeg heeft de gebeurtenis echter vooral een positieve uitwerking: de verslagenheid is veranderd in verbondenheid. Een groep gemeenteleden die normaal gesproken de kerk nauwelijks meer van binnen ziet, komt weer naar de zondagse eredienst. Dijkgraaf: „Normaal kwamen er wekelijks zo’n 80 tot 100 gemeenteleden. Nu zijn dat er tussen de 100 en 130.”

De brand resulteert zelfs in een nieuwe inschrijving. Een echtpaar dat al een tijdje overweegt zich bij de gemeente aan te sluiten, schrijft de kerkenraad direct na de brand een brief. „Nu weten we het zeker: hier worden we lid, schreven ze ons”, vertelt de predikant.

Wonder

In de saamhorigheid die het afgelopen jaar in de gemeente is ontstaan, zien ze Gods leiding. „Gemeenteleden bidden vurig dat we tijdens dit proces geleid mogen worden door Gods Geest. We zijn een heel brede kerk, maar de verdeeldheid bleef uit.”

Door de brand zijn veel gemeenteleden zich bovendien bewust geworden dat de kerk „geen gezelligheidsclubje is”, maar een plek waar op zondagochtend „heel bijzondere dingen gebeuren”, vult Dijkgraaf aan. „Ik sprak pas een van onze meest kritische leden. Hij zei: „Ik geniet zo van de herleving van onze gemeente”. Dat is toch een wonder?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer