BinnenlandKerkbrand 
Kerkbrand Epe: „Binnen tien minuten stond gebouw in lichterlaaie”

Een halfuur voordat de brand uitbrak, was Bert Hanekamp (84) nog in de Regenboogkerk. Nu ziet hij op de stoep voor de kerk dat het gebouw volledig is afgebrand. „Zondag zouden we avondmaal vieren.”

De kerk in vlammen. Links het appartement dat uit voorzorg natgehouden wordt. Recht het huis waar de bewoners van geëvacueerd moesten worden met een twee weken oude baby. beeld Stefan Verkerk 
De kerk in vlammen. Links het appartement dat uit voorzorg natgehouden wordt. Recht het huis waar de bewoners van geëvacueerd moesten worden met een twee weken oude baby. beeld Stefan Verkerk 

Het vrolijke bordje van de gereformeerde Regenboogkerk hangt nog aan de voorgevel alsof er de afgelopen uren niets gebeurd is. Maar de hoofdingang waar het bordje naar verwijst, is weg. Totaal verwoest. Vlammen lekken langs de voordeur, terwijl dikke rookwolken opstijgen. Van het dak geen spoor. De glas-in-loodramen zijn geknapt. Alleen drie muren staan nog. Maar een sloopbedrijf maakt zich op om daar verandering in te brengen. De thuisbasis van de Eper gereformeerde kerk (aangesloten bij de PKN) is niet meer.

„Ik was vanmorgen juist nog in de kerk”, zegt Bert Hanekamp (84), die een paar straten verderop woont en aan komt wandelen. Om 11.00 uur besluit hij zijn printwerkzaamheden in de jarendertigkerk af te ronden en naar huis te gaan. Om 11.30 uur breekt de brand uit. „Als ik hier nog was geweest, had ik kunnen zien hoe het vuur ontstond.” Nu kreeg hij een appje van zijn zoon, die bij de ambulance werkt. „Zijn collega’s moesten hier ook naartoe.”

De aanblik van de afgebrande kerk vindt hij verschrikkelijk. „Mijn ouders waren hier al lid. Al mijn kinderen zijn binnen deze gemeente getrouwd. De kerk staat er sinds 1937. Nu is die weg.” Over de oorzaak van de brand twijfelt hij niet. „Het dak moest gerepareerd worden. Toen ik vanmorgen in de kerk was, waren er dakdekkers aan het werk. Je hoort vaker dat er op die manier brand ontstaat.” De kerk is in ieder geval wel verzekerd. „Maar voor komende zondag moeten we op zoek naar een nieuw onderkomen.”

Bert Hanekamp voor de uitgebrande kerk. beeld RD

Of dakdekwerkzaamheden inderdaad de oorzaak van de brand zijn, kan brandweerwoordvoerder René van der Neut niet zeggen. „Wij horen dat inderdaad ook rondzingen. Maar wij zijn er om het incident te bestrijden.” Tegelijkertijd doet de brandweer wel onderzoek naar de brand. „Dat ons Team Brandonderzoek het analyseert, betekent in ieder geval dat er geen strafbaar feit is gepleegd. Anders zou de politie onderzoek doen.” Van der Neut vraagt zich ook af of de aanleiding van de brand nog te achterhalen is. „Het gebouw is echt volledig afgebrand.”

Even verderop is binnen mum van tijd een commandocentrum uit de grond gestampt. De lokale Esso voorziet de hongerige brandweermannen van een snack. In een voortuin wiegen vijf blauwe rompertjes in de wind. De ooievaar eronder staat er verloren bij. „Die mensen moesten vluchten”, klinkt het. „Met een baby van twee weken oud.”

Belijdenis

Net achter het rood-witte politielint zit omwonende Hilda van Essen (80) op een bankje in het park. „Ik ben weggestuurd uit mijn huis. Explosiegevaar, zei de politie.” Er is weer eens wat, dacht ze toen ze om 11.30 uur een hoop sirenes hoorde. „Ik woon aan de rondweg. Er is altijd wat. Maar toen kwam er steeds meer rook vrij en dacht ik: het is vlakbij.” Als ze uit het zijraam kijkt, ziet ze dat ‘haar’ kerk in brand staat. „En dat is een heel ding, kan ik je vertellen. Ik zit er elke zondag. En opeens is alles weg. Het voelt als een droom.”

„Ik heb in deze kerk mijn ouders weggebracht. En mijn man, twee jaar geleden” - Hilda van Essen, omwonende en lid van Regenboogkerk

Als klein meisje wandelde ze aan de hand van haar vader van de kruidenierszaak naar deze kerk. „Nu ben ik tachtig en zit ik op een bankje te kijken hoe die instort”, zegt ze emotioneel. Ze is gedoopt in het godshuis aan de Beekstraat. En decennia terug deed ze er belijdenis. „Ik heb er ook mijn ouders weggebracht. En mijn man, twee jaar geleden.” Aankomende zondag zou er avondmaal gevierd worden. „Maar dat gaat niet door.”

Opeens herinnert ze zich de preek van twee weken terug. „We kregen een goeie optater mee van onze vrouwelijke dominee. Het ging over polarisatie. Ze drong erop aan om de verbinding te blijven zoeken. Nu denk ik: het kon wel van Boven gezegd zijn.” Want juist na zo’n brand is verbinding zoeken volgens haar belangrijk. Misschien kan de brand aanleiding zijn om zich als gemeente aan te sluiten bij een andere lokale kerk, oppert ze. De Regenboogkerk –met zo’n 600 leden– is de laatste jaren flink gekrompen en bestaat bijna alleen nog uit ouderen. „Ja, in refokerken is dat anders”, zegt Van Essen lachend. „Ik houd het allemaal nog wel een beetje bij, hoor.”

Hilda van Essen. beeld RD

Van één ding is de tachtiger in ieder geval overtuigd. „Wie de Heer verwachten, putten nieuwe kracht. Die tekst sterkt me sinds het overlijden van mijn man elke dag. Dan komt het ook goed met onze gemeente.” Ondertussen komt een buurmeisje aangewandeld met haar hond. „Buurvrouw, wilt u een broodje”, zegt ze. „Nee, dankje lieverd. Ik heb al wat van een wildvreemde vrouw gehad. Zomaar. Dat is toch prachtig. Echt een padvindersdaad.”

Stormram

Voor de kerk staat een twintigtal hulpverleners te kijken hoe slopers zich voorbereiden om de zijgevel omver te drukken. „Iedereen aan de kant”, schreeuwt de bevelvoerder van de brandweer. „Ja Bert, ook jij”, zegt hij tegen een van zijn collega’s. Aangezien de Regenboogkerk geen monumentaal pand is, hoeft de brandweer voor het slopen van de muren geen toestemming te vragen aan de gemeentelijke omgevingsdienst, zegt brandweerwoordvoerder Van der Neut. „Was het wel een monumentaal pand geweest, dan hadden we de gevels misschien moeten stutten met ijzeren balken. Daarna zou dan besloten worden of het pand gesloopt of weer opgebouwd moet worden.”

„Binnen een minuut of tien stond het gebouw volledig in lichterlaaie” - Wijnand van Asselt, schilder

Bulderend stort de muur ter aarde. De grond trilt. Wijnand van Asselt maakt een filmpje van het tafereel. De schilder was in de straat achter de kerk aan het klussen. „Opeens riep er iemand: De kerk staat in brand. Binnen een minuut of tien stond het gebouw volledig in lichterlaaie”, vertelt hij, terwijl hij foto’s van een brandende kerk op zijn telefoon toont. Vorig jaar schilderde hij nog het appartement dat links naast de kerk ligt. „Maar dat kan wel weer opnieuw, vrees ik.”

De eigenaar van het appartement staat er ondertussen beteuterd bij. De brandweer heeft met een stormram zijn deur opengebroken, maar de twintiger was weg toen de brand uitbrak. „Omdat mijn huis vlak naast de kerk staat, heeft de brandweer uit voorzorg mijn hele huis natgespoten. Ik ben benieuwd hoe ik het straks aantref. Mijn ramen stonden nog open.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Beste van RD

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer