Mens & samenlevingafscheid

„Ik verlang als directeur niet terug naar vroeger”

Op 2 januari ging Bart Gijssen, directeur van de Rehobôthschool in Genemuiden, met pensioen. Hij was 37,5 jaar aan de school verbonden. „Ik verlang als directeur niet terug naar vroeger.”

Jan van Reenen
10 February 2025 19:16
Bart Gijssen neemt afscheid van de Rehobôthschool in Genemuiden . beeld Freddy Schinkel
Bart Gijssen neemt afscheid van de Rehobôthschool in Genemuiden . beeld Freddy Schinkel

Het is juist pauze op de Rehobôthschool aan de Jan van Nassaustraat. Kinderen roepen en gillen om het hardst. Maar als de bel gaat, stromen ze allemaal naar de schooldeur en in korte tijd is het plein leeg. Pal naast de school woont de voormalige ”bovenmeester” Bart Gijssen, nog steeds.

Bart werd op 2 januari 1958 geboren en groeide op in het Zeeuwse Kruiningen. Na een opleiding aan De Driestar in Gouda kwam hij in 1979 voor de klas op de Eben-Haëzerschool in Elspeet. In het Veluwse dorp leerde hij zijn vrouw, Fennie Mulder, kennen. Het paar Gijssen kreeg vijf kinderen en zestien kleinkinderen.

In 1987 verhuisde Gijssen naar tapijtstad Genemuiden, waar hij directeur werd van de Rehobôthschool. De school gaat uit van de plaatselijke gereformeerde gemeente, waarvan hij lid is. Dankzij een snelle groei van de school kon er in 1989 een tweede schoolgebouw  geopend worden: de Eben-Haëzerschool. Gijssen was 37,5 jaar directeur van de Rehobôthschool, waarvan 12  jaar samen met de Eben-Haëzerschool.

De eerste twintig jaar in Genemuiden gaf hij naast zijn werk als directeur van de school twee of drie dagen per week les. „Dat maakte het spannend”, zegt hij er nu van. „Ik verlang niet terug naar het directeurschap van vroeger. Naast het lesgeven en het gewone leidinggeven waren er ook veel administratieve taken, die nu overgenomen zijn door een managementassistent. Hierdoor kan een schoolleider zich beter concentreren op zijn eigenlijke taken. Dat is ook wel nodig omdat het team de laatste jaren sterk uitgebreid is door de vele deeltijdleerkrachten.”

„Gezamenlijk optrekken van school, kerk en gezin is van blijvend belang”Bart Gijssen, scheidend schooldirecteur

Het je als team verbonden weten rond de missie van de school is van groot belang, vindt Gijssen. „Dan komt onderwijsontwikkeling op gang en voelen medewerkers zich verbonden met de school. Lokalen moeten geen eilandjes zijn. Collega’s bezoeken elkaar en ook ouders nemen geregeld een kijkje in de klas. Er is meer aandacht voor goede stages, waarbij, onder andere, varianten van werken en leren.”

Een grote positieve ontwikkeling was de verbetering van het pedagogisch klimaat in de school. Rond 2000 verscheen het boek ”De zondebok in de klas” van Bob van der Meer. Gijssen: „Er kwam veel aandacht voor pestproblematiek. Het heeft ook ons aangezet om veel meer aandacht te besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van kinderen en het werken aan een goed pedagogisch klimaat.”

De laatste jaren legde de directeur zich vooral toe op drie pijlers als het gaat over de visie op kinderen: persoonsvorming, de sociale vorming en kwaliteitsvol onderwijs/talentontwikkeling.  Daarnaast koos het team voor drie kernwaarden: vertrouwen, openheid en verantwoordelijkheid. Op deze manier wordt focus aangebracht op de thema’s die men samen van belang achtte.

„Grote positieve ontwikkeling was de verbetering van het pedagogisch klimaat”Bart Gijssen, scheidend schooldirecteur

De christelijke identiteit blijft voorop staan, zegt Gijssen. „Het gezamenlijk optrekken van school, kerk en gezin is van blijvend belang. Als dat gemist wordt, gaat de identiteit vervagen.  Het verlossingswerk van Jezus Christus en het wonder van de wedergeboorte staan centraal tijdens de lessen Bijbelse geschiedenis. Ouderavonden brengen school, kerk en gezin ook bij elkaar. Tijdens de laatste ouderavond werd indringend nagedacht over seksuele diversiteit.”

Er zijn bedreigingen voor het christelijk onderwijs, maar „die zijn er altijd geweest. We moeten alert zijn, waken en bidden, opdat het christelijk onderwijs in ons land niet teloorgaat, zoals dat in andere landen is gebeurd.” Iets over de kracht van identiteit? Ooit kwam ik in een grote kleutergroep. Daarin was een meisje dat naar het speciaal onderwijs zou gaan. De juf vertelde dat ze zo’n mooi versje kon zingen. Het was háár versje. Ik rekende op een gewoon liedje waarin haar naam voorkwam. Wat kwam ik beschaamd weg.  Ze zong Psalm 43 vers 5, volledig, in een stille klas. „Mijn ziel, hoe treurt gij dus verslagen”, met als slot: „Mijn redder is mijn God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer