Landbouwgrond van Oekraïne houdt nog lang last van miljoenen kraters en mijnen
Oekraïne was een belangrijk landbouwgebied, rijk aan vruchtbare grond. Maar als de oorlog voorbij is, hebben ook de talrijke graanakkers een knauw gehad. De Wageningse hoogleraar Wilfred Dolfsma maakte daar een eerste inventarisatie van.
![Combines oogsten graan in Oekraïne. De akkers in het oosten van het land tellen miljoenen kraters van onder andere bominslagen. Ook ligt naar schatting 30 procent van het areaal vol landmijnen. beeld ANP, Pierre Crom](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F232916_683ed596e2.jpeg)
De Oekraïense provincie Charkiv is in oppervlakte net iets groter dan België. Een gebied dat intensief gebruikt werd –en zelfs nu nog wel wordt– voor voedselproductie. Maar ook een regio waar op landbouwgrond ondertussen 420.829 kraters zijn ontstaan door inslagen van bommen en granaten. De kleintjes zijn enkele decimeters groot, de grootste hebben een diameter van meer dan 30 meter.
Dat duizelingwekkend precieze cijfer is afkomstig uit een studie van Wilfred Dolfsma, econoom aan de universiteit in Wageningen (WUR), in samenwerking met onder anderen drie Oekraïense onderzoekers. Hij nam satellietbeelden van hoge kwaliteit onder de loep, zowel van recente datum als van voor de oorlog. Door die te vergelijken en te analyseren zijn alle inslagen met een doorsnee vanaf een halve meter in kaart te brengen.
Het geeft een beeld van hoe enorm de schade aan landbouwgrond in Oekraïne is. „De provincie Charkiv is wat dat betreft redelijk gemiddeld”, zegt Dolfsma. „In de gebieden rond Donetsk, Zaporizja en Cherson is bijna alles verwoest.” Het westen van het land ligt juist minder in de vuurlinie. Het aantal kraters loopt dus in de miljoenen, terwijl naar schatting ook nog eens 30 procent van het areaal vol landmijnen ligt.
Herstel complex
Herstel na de oorlog zal in meerdere opzichten een complexe operatie worden. Zo zijn er natuurlijk veel prioriteiten die om voorrang vechten: er zijn honderdduizenden huizen, duizenden scholen en honderden medische centra verwoest. Het lijkt dan relatief makkelijk om de draad op landbouwgrond weer op te pakken. Maar schijn bedriegt, benadrukt Dolfsma.
Natuurlijk is ontmijnen een fiks en gevaarlijk karwei. „Maar de meeste mijnen zullen nog met een metaaldetector te vinden zijn. Bij met name grotere projectielen die dieper inslaan is dat lastiger.” Bovendien zijn die miljoenen inslagkraters desastreus voor de landbouwbodem. In een gat waarin alle grondlagen met grof geweld op elkaar zijn gedrukt, groeit immers maar weinig. Al die kraters zullen moeten worden opgevuld. In de diepere bodem met zand, in de bovenste meter met nieuwe landbouwgrond.
Die operatie kost vele miljarden: ontmijnen kost een kleine 40.000 euro per hectare, de landbouwgrond herstellen bijna 400 euro per hectare. „En dat is dan nog maar een deelberekening. We rekenen de herstelkosten mee, maar niet die van machines en mensen die bij dat herstel betrokken zijn. En ook niet het geld dat nodig is om de schade door chemische middelen in wapens te herstellen.”
Als de internationale gemeenschap helpt bij het herstel, is geld vermoedelijk nog niet eens het grootste probleem. Mankracht, prioriteiten en haastige spoed kunnen wél belangrijke spelbrekers worden. „Na de oorlog zal de druk groot zijn om de productie snel weer op te starten”, verwacht Dolfsma. „Maar dat brengt ook risico’s met zich mee. In wapens zit vaak ook een hoop chemische rotzooi die de bodem kan vervuilen. Dat kan op lange termijn óók economisch grote gevolgen hebben.”
De voedselveiligheid kan dan in het geding komen: als bijvoorbeeld fruitbomen diep wortelen en giftige stoffen in de vruchten terechtkomen. Bij lichtere vervuiling kan het zijn dat graan de Europese markt niet op kan. „Dan krijg je misschien de onwenselijke situatie dat het goede graan naar Europa gaat en het slechte graan naar Afrika.”
Dolfsma verwacht bovendien dat natuurherstel en ecologie niet de hoogste prioriteit zullen hebben. Terwijl een landbouwsysteem dat daar helemaal geen rekening houdt óók weer tegen problemen aan kan lopen. Ook Oekraïne heeft immers te maken met klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. „De Europese Unie zou daarbij bijvoorbeeld een goede rol kunnen spelen, door voorwaarden te verbinden aan hulpprogramma’s. Maar dan is het des te meer van belang om te weten hoe groot de schade is. En dat herstel tijd kost en enorme investeringen vergt.”