Madlener boos op FNV om kritisch rapport over zijn ministerie
Minister Barry Madlener (Infrastructuur, PVV) is niet te spreken over een rapport dat vakbond FNV over zijn ministerie heeft uitgebracht. Volgens de vakbond hebben veel ambtenaren op het ministerie van Infrastructuur het afgelopen jaar last gehad van grensoverschrijdend gedrag. Bijna een op de drie ambtenaren die een vragenlijst invulde, had te maken met bijvoorbeeld pesten, intimidatie of discriminatie. De werksfeer zou zijn verslechterd sinds de PVV-bewindslieden Madlener en staatssecretaris Chris Jansen het ministerie bestieren, schetsten bronnen eerder.
Maar volgens Madlener rammelt het onderzoek: de respondenten konden anoniem reageren en volgens hem ook twee keer een vragenlijst inleveren. „Dat vind ik écht niet goed”, aldus de minister voorafgaand aan een debat. „We hebben geen enkele controle wie die mensen zijn.” Volgens FNV hebben meerdere respondenten aangegeven dat hen „het zwijgen is opgelegd”, en dat zij daarom alleen anoniem durfden te reageren.
Zelf wil Madlener „heel voorzichtig” met het onderzoek omgaan en niet te zware conclusies trekken. „Wees hier heel voorzichtig mee, want je beschadigt mensen”, zegt hij er later in het debat over. Hij vindt deze werkwijze van FNV „niet chic”, en zegt hier dan ook kritisch op te zijn. Verder zegt Madlener racisme „absoluut niet” te tolereren.
Madlener zei ook namens Jansen te spreken. De staatssecretaris lag meermaals onder vuur, omdat hij nog steeds achter de ‘minder-Marokkanen-uitspraak’ van Geert Wilders staat. Hier moest hij „als staatssecretaris” afstand van nemen, maar persoonlijk deelt hij die opvatting nog steeds. Wilders werd voor de uitspraak veroordeeld wegens groepsbelediging.
Uit documenten die het ANP opvroeg, bleek dat de uitspraken verschillende ambtenaren dwarszaten. Ook leidde de kwestie tot een botsing met ambtenaren die hem ondersteunden tijdens de begrotingsbehandeling in oktober, bevestigden ingewijden eerder. In dat debat zei hij geen signalen te hebben gehad dat ambtenaren last hadden van zijn opmerkingen over Marokkanen. Volgens bronnen dreigde zijn ambtelijke ondersteuning van het debat toen, al dan niet tijdelijk, het werk neer te leggen. De hoogste ambtenaar zou eraan te pas moeten zijn gekomen om de situatie te sussen. In de laatste seconden van het debat zei Jansen bereid te zijn erover in gesprek te gaan met ambtenaren.