De PVV-minister werd eind vorig jaar geconfronteerd met extra bezuinigingen die de coalitiepartijen samen met vier oppositiepartijen (CDA, CU, SGP, JA21) hadden bedacht om minder te hoeven bezuinigen op onderwijs. Over een deel van de besparing (165 miljoen) ontstond grote ophef, omdat die ten koste zou gaan van de subsidieregeling voor de bij- en nascholing van vooral verpleegkundigen. Zorgverenigingen vonden het onacceptabel, zeker in het licht van de tekorten die er al zijn aan verpleegkundig personeel.

Ook Agema zelf was onaangenaam verrast over het besluit, waar ze naar eigen zeggen niet bij betrokken was. Ook de betrokken partijen in de Tweede Kamer zeiden dat ze niet goed doorhadden dat deze besparing nadelig was voor verpleegkundigen. De minister beloofde op zoek te gaan naar een alternatief voor de besparing. Die is nu tijdelijk weggezet onder het kopje indexering van lonen, maar de naam van de kostenpost „is niet relevant. Het is geparkeerd”, zei Agema tijdens de persconferentie na de ministerraad, waar ze als vicepremier de zieke premier Dick Schoof verving.

„Ik wil een goede beslissing kunnen nemen. Niet nu een beslissing nemen en dan later weer een andere moeten nemen. Dus ik denk dat het goed is. En wat ik óók toezeg, is dat het sowieso niet op opleidingen zal zijn, die 165 miljoen”, aldus de bewindsvrouw. Ze denkt de komende weken beter zicht te hebben op de mee- en tegenvallers op haar begroting, die ze tegen elkaar weg mag strepen.

Ze gaat wel door met de bezuiniging van 150 miljoen euro op de salarissen van medisch specialisten. Die zijn daar natuurlijk niet blij mee, zei Agema. „Ze voelen zich geschoffeerd. Maar ik zal die toch moeten uitvoeren”, verwijzend naar een wens van de Tweede Kamer, die al langer erop aandringt excessieve betalingen in de zorg tegen te gaan. De minister zei dat ze nadenkt over een wet die topinkomens in de zorg beteugelt.