De partij zegt de middenklasse weer centraal te willen zetten. Bij onderhandelingen over maatregelen die Nederlanders raken in de portemonnee, ligt volgens de liberalen „te vaak de focus op de laagste inkomens”.

De bijstandsuitkering moet niet meer gekoppeld zijn aan het minimumloon, vindt de VVD. De bijstands- en werkloosheidsuitkering mogen alleen nog meegroeien met de stijging van de prijzen. De AOW en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen mogen van de partij wel blijven meestijgen. Mensen die niet kúnnen werken zijn wat Kamerlid Thierry Aartsen betreft een „andere categorie”. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau is een op de drie bijstandsgerechtigden niet in staat een betaalde baan te hebben, maar VVD’er Aartsen benadrukt dat mensen in de bijstand „in beginsel mensen zijn die deel moeten gaan nemen aan de arbeidsmarkt”.

De tweede coalitiepartij wil op korte termijn dat de energiebelasting omlaag gaat en dat werkende middeninkomens meer kinderopvangtoeslag krijgen. Voor de kosten (ongeveer 1 miljard euro) kijkt de VVD opnieuw naar ontwikkelingssamenwerking. Dat moet worden teruggebracht. Een deel van de kosten komt ook door de bijstandsuitkering direct minder te laten groeien dan normaal.

Op de lange termijn wil de partij meer voordelen voor mensen die dagelijks met de auto naar werk gaan. Dit soort plannen moeten worden betaald door de overheid meer te laten bezuinigen, als het aan de VVD ligt.

De regeringspartij, die ook de minister van Financiën levert, onderhandelt straks weer over de begroting, in de aanloop naar de Voorjaarsnota. Toch vond de partij het belangrijk nu naar buiten te treden met haar plannen voor de korte én langere termijn. Partijleider Yeşilgöz en Aartsen noemen daarbij allebei de moeizame onderhandelingen voor Prinsjesdag. De houding van het kabinet „strijkt ons tegen de haren in”, zegt Aartsen. Dus wilde de partij zelf een „aanbod” doen. De boodschap aan het kabinet: „Ga dit nu uitvoeren, ga hiermee aan de slag. Ga kijken hoe je dit voor elkaar gaat krijgen.”