Advocaat gedupeerden Hawija: belangrijk dat feiten bekend zijn
Voor de nabestaanden van het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015 is het „heel belangrijk” dat de feiten nu boven tafel zijn. Dat zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die gedupeerden vertegenwoordigt. Uit onderzoek van de commissie-Sorgdrager komt naar voren dat door een gebrek aan inlichtingen veel burgerslachtoffers zijn gevallen. Nederlandse militairen hebben bewust risico’s genomen bij een luchtaanval op een bommenfabriek.
Zegveld heeft namens Iraakse gedupeerden een zaak tegen de Staat aangespannen. Volgens hen heeft Nederland een onaanvaardbaar risico genomen en was de aanval onrechtmatig. Zegveld voelt zich gesterkt door de bevindingen van de commissie, die spreekt van een bewust risico. „Dit is wat we steeds hebben gezegd. Het is opnieuw schokkend om te lezen dat we als Nederland volledig leunden op Amerikaanse inlichtingen, die onvoldoende waren. Ook wisten we niets over de inhoud van de fabriek en de burgers in de omgeving. Dat had Nederland wel moeten weten.”
Afgezien van het gebrek aan inlichtingen, blijkt ook dat het kabinet de Kamer voor en na de aanval „onvolledig en onjuist” heeft geïnformeerd. „Het is heel erg dat Defensie liegt. Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat zij zeggen klopt. Ook dit punt is heel ernstig”, zegt Zegveld.
De advocaat is „heel blij” met dit rapport. „Voor de nabestaanden staat het nu in detail zwart-op-wit.” Ze rekent erop dat de strijd voor herstel van schade nu kan worden afgesloten. De nabestaanden eisen onder meer individuele schadevergoeding voor immateriële schade, zoals letsel en verlies van dierbaren, en herstel van beschadigde huizen en bedrijven. „De informatie van de commissie sterkt ons. Het minste wat de Staat nu nog kan doen is dit voor de honderden gedupeerden netjes afronden.” Ook eisen ze excuses voor het ontstane leed.
De rechtbank in Den Haag oordeelde eerder dat de Staat meer informatie en documenten over de Nederlandse luchtaanval moet aanleveren, maar die wil daar maar deels in meegaan. Een andere rechter zal daarom eerst moeten oordelen of er terecht een beroep wordt gedaan op geheimhouding van de stukken.