Hugo de Jonge in preek: Juist op het moment dat we het niet verwachten, is God erbij
Het is belangrijk om af en toe, met een schone lei, opnieuw te beginnen. Het geeft je nieuwe energie, het voelt bevrijdend. Ook Jakob ging op pad om een nieuwe start te maken. Noodgedwongen, dat wel. Hij moest vluchten voor zijn broer Ezau.
Jakob verlaat Berseba en gaat op weg naar Charan, lezen we in Genesis 28:10-15. Weg van zijn thuis, weg van het gevaar van zijn broer Ezau. In niemandsland nu. Tussen het gekende gevaar van zijn broer, die hem naar het leven staat, en het ongekende gevaar van de reis die hij voor de boeg heeft. Op zichzelf aangewezen. Moederziel alleen op reis.
Als de zon ondergaat, slaapt Jakob in onder de sterrenhemel. Dan krijgt hij een heel bijzondere droom. Hij ziet een ladder die helemaal tot in de hemel reikt. Daarlangs ziet hij engelen omhoog gaan en afdalen. Jakob ziet God bij zich staan, die zegt: „Ik ben de God van je voorvader Abraham en de God van Izak.” En: „In jou en je nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden. Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en Ik zal je naar dit land terugbrengen. Ik zal je niet alleen laten tot Ik gedaan heb wat Ik je heb beloofd.”
”Thin places”
Juist op het moment dat we het niet verwachten, is God erbij. Juist als we ons het meest kwetsbaar voelen, ons wanhopig voelen, mogen we God naast ons zien staan, die zegt: „Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waarheen je ook gaat.”
Ierse en Schotse christenen hebben naar verluidt een speciale term, ontleend aan hun Keltische voorouders, voor plaatsen waar je Gods aanwezigheid kunt ervaren: ”thin places”. Hier worden plaatsen mee bedoeld waar de scheiding tussen het aardse en het goddelijke zo dun is dat je iets van Gods aanwezigheid ervaart. In de Bijbel komen we verschillende van deze plaatsen tegen: de berg Sinaï, de rivier de Jordaan, de hof van Gethsemane.
Uitzichtloos
Een nieuw begin maken door eropuit te trekken, op reis naar een ongewisse bestemming. Eeuwenlang vertrokken er Zeeuwen om elders koloniën, nederzettingen, steden of leefgemeenschappen te stichten. Zeeuwen emigreerden onder andere naar Zuid-Afrika, Indonesië, Suriname, Noord-Amerika en Brazilië.
Van de Nederlanders die naar het beloofde land Amerika vertrokken, was het aandeel Zeeuwen groot. Met name uit Schouwen-Duiveland, West-Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland. Oorzaak was vaak de economische toestand in Zeeland; vooral in de landbouw was de situatie soms zo uitzichtloos dat er niks anders op zat dan te vertrekken. Het vertrouwen in een nieuw begin en de belofte van een beter bestaan dreven Zeeuwen om op pad te gaan.
De bekendste overzeese Zeeuw is Franklin Delano Roosevelt, de 32e president van de Verenigde Staten. Het verhaal wil dat FDR –zo werd zijn naam liefdevol afgekort– en zijn verre neef Theodore Roosevelt afstammen van Claes Maertenszoon van ’t Rosevelt. Die stak bij een van de eerste emigratiegolven (in de zeventiende eeuw) met zijn gezin de oceaan over. Vanuit Oud-Vossemeer op Tholen naar het toenmalige Nieuw-Amsterdam. Om er een nieuw boerenbestaan op te bouwen.
FDR werd vier keer verkozen tot president en legde dus ook vier keer de eed af, op de Bijbel. Dat was een Statenbijbel uit 1686, gedrukt door de gebroeders Keur. Het ging om een erfstuk: deze Keurbijbel, zo heette het, was via de eerdergenoemde Zeeuw Claes Maertenszoon van ’t Rosevelt in het bezit van de familie Roosevelt gekomen.
Vier vrijheden
FDR stond tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de taak om de Amerikaanse bevolking mee te nemen in de overtuiging dat het ook in het belang van Amerika was om zich te bemoeien met die oorlog in Europa. Zijn beroemdste speech is de ”State of the Union” die hij op 6 januari 1941 uitsprak. In deze zogenoemde ”Four Freedoms-speech” vormden vier vrijheden de kern: de vrijheid om te geloven wat je wilt, de vrijheid om te zeggen wat je wilt, de vrijwaring van gebrek en de vrijwaring van vrees.
Het werd zo geen strijd tégen iets maar vóór iets. Vóór de vrijheid van Europa. Vóór de vier vrijheden die later aan de basis zouden staan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarmee zette FDR de Amerikanen in beweging en durfden ze de weg in te slaan om Europa te bevrijden van het nazisme. En daarmee maakten ze een nieuw begin mogelijk voor Europa.
Angst en onzekerheid
Voor angst en onzekerheid is iedereen van tijd tot tijd vatbaar. Er is alle reden om ons ertegen te wapenen. Ze verlammen ons en zorgen ervoor dat we niet meer durven dromen, niet meer op pad durven gaan. Door angst en onzekerheid keren we ons af van de toekomst en van elkaar.
In Jesaja 43 staat het in mooie woorden: „Welnu, dit zegt de Heer, die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israel: Wees niet bang, want Ik zal je vrijkopen, Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij! Moet je door het water gaan - Ik ben bij je; Of door rivieren - je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan - het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien.”
En iets verder: „Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd, denk niet terug aan het verleden. Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het - heb je het nog niet gemerkt? Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis.”
Natuurlijk, het zou kunnen dat we struikelen, maar dan mogen we ons weer optrekken aan Gods nabijheid. Natuurlijk, anderen zouden hun geloof in ons kunnen verliezen, misschien verliezen we zelfs het geloof in onszelf, maar God verliest nooit zijn geloof in ons. Al voelen we ons moederziel alleen, we zijn het niet. We mogen God naast ons zien staan, zoals hij naast Jakob stond.
God moedigt ons aan om op te staan. Er is werk te doen. We hebben onze scheppingsopdracht te vervullen. Maar dat hoeven we niet alleen te doen: „Moet je door het water gaan - Ik ben bij je; Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat.” Amen.
H.M. de Jonge is waarnemend commissaris van de Koning in de provincie Zeeland. Op deze pagina’s staat een deel van de ”preek van de leek” die hij op 11 januari hield in de hervormde kerk van Krabbendijke.