Uitspraak in stikstofzaak kan grote gevolgen hebben
Als de rechter Greenpeace woensdag in het gelijk stelt, moet het kabinet de mouwen opstropen. Pijnlijke maatregelen en politieke spanning lijken dan onvermijdelijk.
Al onder het vorige kabinet, toen VVD-minister Christianne van der Wal nog de scepter zwaaide als minister voor Natuur en Stikstof, spande Greenpeace een zogeheten bodemprocedure aan. Maar omdat het volgens de milieuorganisatie te laat zou zijn als de overheid pas na die procedure in actie zou komen, begon Greenpeace ook een kort geding.
Daarin wees de rechter de eisen van Greenpeace af. Wel stelde de rechter dat het stikstofbeleid van destijds tekortschoot om de stikstofneerslag in de meest kwetsbare natuur op korte termijn „tot een verantwoord niveau” terug te brengen. „Een afwijzing met een gouden randje”, reageerde Greenpeacedirecteur Marieke Vellekoop.
De uitspraak in de bodemprocedure volgt woensdag. Niet uitgesloten is dat de rechter dan wél –geheel of gedeeltelijk– meegaat in de vorderingen van Greenpeace. De rechter zou de Staat bijvoorbeeld kunnen opdragen om actie te ondernemen met het doel de stikstofdoelen voor 2025 en 2030, die de politiek zelf heeft vastgelegd, te halen. In die twee jaren mag in 40 respectievelijk 50 procent van de oppervlakte Natura 2000-gebieden de zogeheten kritische depositiewaarde niet worden overschreden. Voor Greenpeace is dat „de absolute ondergrens”. De primaire eis van de organisatie gaat een stuk verder.
Nederland is echter bepaald niet op weg om de wettelijke doelen te halen. Een forse extra inspanning zal daarom nodig zijn, mocht de uitspraak in het voordeel van Greenpeace uitvallen. Naast de landbouw zullen tal van andere sectoren daarvan de consequenties ondervinden, waaronder industrie, vervoer, bouw en defensie. Het stikstofprobleem speelt namelijk breder dan alleen in de landbouw. Toch zal met name die sector vrijwel zeker hard worden geraakt, omdat de veehouderij nu eenmaal zorgt voor meer dan de helft van alle stikstofuitstoot in Nederland.
Maatregelen
Als de rechter het kabinet dwingt om halsoverkop extra maatregelen te nemen, zullen individuele boeren dat merken. Welke maatregelen het kabinet in het geval van verlies van de rechtszaak zal nemen, is lastig te zeggen. In de rechtbank werd namens de Staat betoogd dat „onuitvoerbare” maatregelen nodig zouden zijn om aan de eis van Greenpeace te voldoen. Ook sprak de landsadvocaat van „extreem ingrijpende maatregelen” en „ongekende maatschappelijke en economische gevolgen”. Als het kabinet bij verlies van de rechtszaak zonder veel talmen uitvoering geeft aan het vonnis, gaat het dus hoe dan ook om vervolgacties met een grote impact.
NSC-Kamerlid Harm Holman zei eerder deze maand in NRC dat als de rechter Greenpeace in het gelijk stelt, de overheid natuurvergunningen van boeren en andere bedrijven zal moeten intrekken.
In reactie op een Kamermotie schetste oud-minister Van der Wal vorig jaar welke aanvullende maatregelen genomen zouden kunnen worden om het stikstofdoel voor 2025 te halen. Daarbij ging het onder meer over een generieke korting van rechten, invoering van een heffing voor stikstofuitstoot en een landelijke norm voor grondgebondenheid. Dergelijke maatregelen zou het kabinet nu dus alsnog kunnen treffen. Ook noemde ze maatregelen voor de sectoren industrie en mobiliteit.
Hoge kosten
In de afgelopen kabinetsformatie schreven ambtenaren dat als Greenpeace een of meerdere vorderingen krijgt toegewezen, de Staat wordt gedwongen „binnen zeer korte tijd effectieve maatregelen te treffen om de stikstofbelasting aanzienlijk terug te brengen.” Vanwege de snelheid waarmee dit dan gerealiseerd moet worden, leek het de ambtenaren onvermijdelijk om ook „verplichtend/normerend instrumentarium” uit de kast te halen, „naast een intensivering van het vrijwillige spoor.”
„Dat brengt hoge kosten met zich mee”, vervolgden de ambtenaren, onder meer voor nadeelcompensatie, juridische procedures en beleid. Zij hielden rekening met een tegenvaller van 10 tot 15 miljard euro. Dat is grofweg twee of drie keer de hele landbouwbegroting voor 2025.
De huidige coalitie schrapte tijdens de kabinetsformatie juist de resterende 20 miljard die bestemd was voor de opgaven op het gebied van natuur (waaronder stikstof), water en klimaat.
Politieke crisis
Landbouw is een van de gevoelige thema’s die in 2025 voor een politieke crisis kunnen zorgen, naast onder meer migratie, de overheidsfinanciën en de onderlinge verhoudingen binnen de coalitie. Een onwelgevallige uitspraak in de Greenpeacezaak kan zomaar de opmaat zijn naar een verhitte discussie tussen PVV, VVD, NSC en BBB.
Als extra, pijnlijke maatregelen nodig zijn, zal dit ook politiek Den Haag en met name coalitiepartij BBB niet onberoerd laten. Voorvrouw Caroline van der Plas heeft eerder al laten weten te zullen stoppen als Kamerlid, als er een gedwongen krimp van de veestapel komt. Of er daadwerkelijk dwangmaatregelen komen, valt nog te bezien, maar hoe dan ook is de vraag waar de pijngrens van BBB ligt. In hoeverre willen de BBB’ers verantwoordelijk zijn voor pijnlijke ingrepen in de sector? Relevant is ook dat ‘hun’ Femke Wiersma als landbouwminister zelf de eventuele maatregelen in gang zou moeten zetten.
Vooralsnog heeft BBB op het landbouwdossier nog maar weinig binnengehaald. Aanwijzingen dat BBB-minister Femke Wiersma in Brussel de handen op elkaar krijgt voor bijvoorbeeld een versoepeling van de mestregels zijn er nog niet. Dat blijft in de agrarische achterban uiteraard niet onopgemerkt, en kan voor BBB meewegen in haar beoordeling van wat de partij wil dragen.