Afgedankte bussen zorgen voor Nederlands tintje in Cuba
Met de 25e actiepagina in handen (er volgen er nog 19) zou u het kunnen weten, want geregeld ging het erover: de jarenlange betrokkenheid van Spaanse Evangelische Zending (SEZ) bij het toerusten van voorgangers en gemeenteleden in Cuba. Als het over de geestelijke veerkracht van de Cubaanse kerken gaat, zit daar een Nederlands tintje aan.
Wat blijkt? Dat ”Nederlandse tintje” is er al langer, zij het op een ander terrein. Ik ontdekte het aan autobussen die in de hoofdstad rondrijden. Felgeel zijn ze, met aan de voorzijde een bestemmingsbordje met daarop ”Hoogvliet”, ”Ede” of een andere Nederlandse plaats. „Al sinds 1991 levert Nederland afgedankte bussen aan Cuba”, las ik ergens.
In zijn boek ”De ritselaars van Havana” beschrijft journalist Edwin Koopman hoe een ritje in zo’n bus eraan toegaat. „Vandaag vervoeren we ons ”a la cubana”, dus instappen in een overvolle bus. Ik zie het al meteen: het is een van de exemplaren die de gemeente Rotterdam aan Cuba heeft gedoneerd en die je overal in Havana ziet rondrijden. Op de voorkant staat ”Kralingse Zoom” en op de achterkant het 0900-nummer van de Nederlandse OV-informatielijn.”
„De betekenis van kinderbijbels voor kinderen en volwassenen is enorm. Met SEZ selecteerde ik een Bijbelgetrouwe Spaanstalige editie. Helpt u mee er zo veel mogelijk naar Cuba te sturen?” - Marian Leenman, voorzitter bestuur Woord in Actie, Hardinxveld-Giessendam
Na te zijn ingestapt voelt Koopman zich meer gastheer dan gast in Cuba. „Ik krijg de neiging iedereen uit te gaan leggen wat er op de bordjes staat. ”Voor de streep geen staanplaatsen” en ”Wilt u zitten, ik kan staan”.”
Ook wordt het Koopman duidelijk waarom Cubanen deze bussen ”hornos” noemen, ovens. „De piepkleine, op koele Nederlandse zomers berekende klapraampjes zijn absoluut niet opgewassen tegen de Cubaanse hitte.” Het weerhoudt de Cubanen er niet van zich als haringen in een ton in de bus te proppen. „Om niet te hoeven wachten op de volgende bus, die pas uren later, of misschien wel helemaal niet komt.”
Dat laatste suggereert het al: transport in Cuba is een drama. Kijk doordeweeks naar de lege wegen en je waant je op ‘onze’ autoloze zondag in de jaren 70. Torenhoge brandstofprijzen maken dat Cubanen nog enkel liftend verder komen. Of ze laten zich als vee vervoeren met Cubaans passagierstransport (zie foto).
Nu de komende weken nog veel geestelijke en kerkelijke nood zal passeren, is het goed even pas op de plaats te maken met deze vraag: over welk Cuba hebben we het? Welnu, als het over transport gaat, bent u een beetje bijgepraat. Onthoud ook dat ”Nederlandse tintje”. Met de RD-actie kunnen we dat extra kleur gaan geven.