De vordering komt voort uit een uitspraak van het gerechtshof van Den Haag ongeveer een jaar geleden. Het hof stelde dat „de specifieke wijze waarop The Body Shop het woord ritual in een productlijn gebruikt” onwettig was.

Het is volgens De Breet nog de vraag of Rituals kans maakt op het bedrag. Eerst moet onder andere blijken of het verkopen van de bezittingen van de in november failliet verklaarde The Body Shop Nederland genoeg geld oplevert om aan alle schuldeisers uit te keren.

Andere schuldeisers hebben gezamenlijk 3,8 miljoen euro aan vorderingen ingediend. Van hen krijgen onder meer de Belastingdienst en het UWV voorrang. De overige schuldeisers verdelen het resterende bedrag op basis van de hoogte van hun vordering.

Ook moet De Breet nog beoordelen of de schadeclaim van Rituals redelijk is. Anders geeft de curator dit bij de onderneming aan en moeten zij er op een andere manier uit zien te komen.

Rituals laat in een reactie weten dat de 20 miljoen euro een „grove schatting” is. „Normaal gesproken stelt de rechter de schadevergoeding vast in een aparte procedure, bijvoorbeeld op basis van een redelijke royaltyvergoeding per verkocht product, maar vanwege het faillissement kan deze procedure niet plaatsvinden. De curator heeft tot nu toe geen uitspraak willen doen over de verkoopcijfers van The Body Shop. We hebben vermeld dat dit bedrag, na verificatie, nog kan worden bijgesteld”, zegt een woordvoerster.