OpinieCommentaar
Coalitie moet zuinig zijn op herstel van broos vertrouwen in politiek
Na een recesperiode van drie weken mag Kamervoorzitter Martin Bosma dinsdag met een hamerslag bekrachtigen dat het parlement de vergaderingen en debatten weer hervat. Gelukkig, want er ligt een hoofdlijnenakkoord en een regeerprogamma en voor beide geldt dat ze niet mogen vergelen, maar dienen te worden uitgevoerd.
Hoofdredactie
Premier Dick Schoof na de eerste ministerraad in 2025. beeld ANP, Remko de Waal
Dat klinkt als een cliché, maar de grondige bevolkingsonderzoeken die het Sociaal en Cultureel Planbureau periodiek uitvoert, maken concreet op welke manier het ertoe doet of het PVV, VVD, NSC en BBB wel of niet lukt te leveren.
Toen het instituut in het voorjaar van 2024 informeerde wat de bevolking als de belangrijkste taak van het nieuwe kabinet beschouwde, was het meest gehoorde antwoord dat het aan het werk moest gaan. „Geen problemen creëren, maar oplossen”, zei een respondent uit deze categorie.
Daar is de coalitie in het laatste halfjaar overduidelijk niet in geslaagd.
De vooraf beloofde, snelle woontop, bedoeld om de huizenbouw een impuls te geven, was pas in december een feit. Na het afsluiten ervan bleken gemeenten te twijfelen of het doel om vanaf 2029 jaarlijks structureel 30.000 sociale huurwoningen extra te bouwen financieel wel haalbaar is. Landbouwminister Wiersma talmt met het vormgeven van het stikstofbeleid en de wetten die het asielbeleid nieuwe stijl moeten vormgeven, werden door minister Faber op het laatste nippertje en pas vlak voor het kerstreces voor advies naar de Raad van State gestuurd.
Wat overheerste, was het beeld van een coalitie die vooral druk was met zichzelf.
Dat stemt treurig, want nadat de verkiezingen van 2021 en het aantreden van het kabinet-Rutte IV in 2022 in het geheel niet van invloed bleken op het vertrouwen van burgers in de politiek, was het aantreden van Schoof-I in juli vorig jaar dat wel. Daarin zag de kiezer wel degelijk potentie, analyseert het SCP, door het politiek vertrouwen van de kiezer een halfjaar voor en een halfjaar na de verkiezingen van november 2023 met elkaar te vergelijken. „Dit kan erop duiden dat het politiek vertrouwen over zijn dieptepunt heen is”, constateerde het bureau enthousiast.
Meteen daarna volgde een winstwaarschuwing die bij de start van de eerste politieke Kamerweek van 2025 niet stevig genoeg kan worden onderstreept. De fragiele groei kan verdampen als de politiek niet thuis geeft, met als gevolg dat de kiezer het vertrouwen in de politiek alsnog verliest. Net als het vertrouwen in de democratie, de instituties van de democratische rechtsstaat en de rechtmatigheid van de verkiezingen.
Er is kortom reden te over in de hamerslag van Bosma iets alarmerends te beluisteren, iets wat in politici niet het slechtste, maar het beste naar boven zou moeten halen.
Het is echt tijd om aan het werk te gaan, er staat iets op het spel.