China wil economische slagkracht westelijke regio’s verbeteren
China gaat fors investeren in de ontwikkeling van zijn westelijke regio’s. De overheid gaat geld steken in de aanleg en uitbreiding van infrastructuur zoals havens en luchthavens. Zo wil de regering in Beijing gebieden als Xinjiang en Sichuan meer economische slagkracht geven.
Volgens staatsmedia gaat het om ingrepen om de integratie van spoor-, lucht-, rivier- en zeeverbindingen in het westen van China te verbeteren. Zo moeten de luchthavens in steden zoals Chengdu, Chongqing, Kunming, Xi’an en Ürümqi worden uitgebreid. Ook zouden er speciale douanezones moeten komen en de luchthavens moeten beter verbonden worden met andere transportmogelijkheden.
China streeft al langer naar het versterken van zijn westelijke regio’s, die aanzienlijk achterlopen op de kustprovincies waar grote steden als Shanghai en Guangzhou liggen en de meeste Chinezen wonen. De westelijke regio’s van China beslaan ongeveer twee derde van het landoppervlak van het land en omvatten gebieden zoals Sichuan, Chongqing, Yunnan, Xinjiang en Tibet.
Beijing riep eerder al op tot een „nieuwe verstedelijking” van West-China om plattelandsgebieden sterker te maken, de armoedebestrijding uit te breiden en de lokale energiesector te versterken. Er zijn ook inspanningen geleverd om de verbindingen met Europa en Zuid-Azië te verbeteren, onder meer via het spoor.
Op het beleid ten aanzien van de regio’s is ook veel kritiek vanuit westerse landen. China zou zich schuldig maken aan genocide en misdaden tegen de menselijkheid onder de Oeigoerse bevolking en andere moslimminderheden in Xinjiang. China heeft die beschuldigingen altijd ontkend.