Een premier met een plan B
Daar is hij dan. Het is dinsdag 28 mei en aan een wekenlang gespeculeer over de vraag wie de nieuwe premier gaat worden, komt abrupt een einde: Dick Schoof.
Opmerkelijk? Eigenlijk best wel. Natuurlijk kent hij als gewezen topambtenaar de Haagse inner circle op z’n duimpje, maar daar staat tegenover dat hij zijn eerste vlieguren als praktiserend politicus nog moet maken. Alles wat het politieke spel zo enerverend, maar ook zo venijnig kan maken, is nieuw voor hem; van het voeren van debatten tot de omgang met de media.
Dit wordt kortom een sprong in het diepe, een avontuur.
Rijtje
Natuurlijk speelde de onvermijdelijke vraag „Wie denk jij dat het gaat worden?” ook op de RD-burelen geregeld op. Kees van der Staaij? Elbert Dijkgraaf? Ik betwijfelde ten zeerste of hun namen zouden passen in het rijtje namen dat rondging: Marco Pastors, Jacco Vonhoff, Steven van Eijck, Hans Hoogervorst …
Voor Van der Staaij betekende zijn afscheid als SGP-boegbeeld volgens mij ook zijn definitieve afscheid uit de actieve politiek. De man had schoon genoeg van alle hijgerigheid en geef ’m eens ongelijk. En hoewel nog lang niet alle details over het formatieverloop op straat liggen, is één ding al wel duidelijk: de onderlinge liefde tussen PVV, VVD, NSC en BBB zit niet bijster diep. En dan zou Dijkgraaf, die wekenlang overal met zijn neus bovenop zat, zo’n ploeg gaan leiden?
Niet dus, zo blijkt.
Maar waarom wil Schoof dat wel en waar begint hij aan? Gravend in zijn bio trekt een brij aan weetjes aan m’n bureau voorbij. De mooiste vondst? Schoofs optreden bij de AIVD, een van de organisaties waaraan hij leidinggaf, blijkt uitvoerig te zijn geschetst door bijzonder hoogleraar Paul Abels in diens bundel ”Spionkoppen”. Daaruit rijst het beeld van een strateeg met een bijna ruttiaanse stijl van manoeuvreren.
Volgens Abels was Schoofs lijfspreuk: houd altijd wat opties open en maak als het even kan geen keuzes die onherroepelijk zijn. Interessant.
Verwachtingen
PVV, VVD, NSC en BBB beloven veel. De stikstofmiljarden van Rutte IV zijn niet meer nodig, maar de natuur- en klimaatdoelen blijven staan. Het asielbeleid wordt het strengste ooit en de huizenbouw komt eindelijk op gang. Ja, ja.
Een coalitie die zoveel verwachtingen wekt, heeft volgens mij niet alleen een sterke, maar vooral een slimme premier nodig. Eentje die begrijpt dat ook de teksten uit een hoofdlijnenakkoord niet altijd onherroepelijk zijn.
Opeens valt het kwartje: ook dit keer heeft deze man een plan B op zak. Die indruk bekruipt mij eens te meer als ik Schoof even later Mark Rutte met zoveel woorden zijn voorbeeld hoor noemen. Toen die zag dat het met z’n vierde kabinet niets meer zou worden, blies hij het eigenhandig op.
Natuurlijk, meesterstrateeg Schoof gaat zijn stinkende best doen om het beste uit zijn eerste kabinet te halen. Over wat zijn plan A is, kan geen misverstand bestaan: het vier jaar volhouden met deze vier. Maar het noodscenario ligt klaar, voor het geval het niks wordt: Rutte nadoen en wegwezen.