Ook vreemdelingen Utrecht naar rechter om einde bed-bad-brood
Honderd vreemdelingen die momenteel via de gemeente Utrecht gebruikmaken van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV), stappen naar de rechter omdat de minister van Asiel en Migratie deze regeling per 1 januari stopt. Gemeenten krijgen daardoor geen financiering meer voor de zogenoemde bed-bad-broodregeling. De rechtbank Midden-Nederland laat weten dat de zaak tegen minister Marjolein Faber woensdagochtend dient in Utrecht.
Ook in andere steden waar dakloze mensen gebruikmaken van de regeling, lopen spoedprocedures. De vreemdelingen worden in alle rechtbanken vertegenwoordigd door Fischer Advocaten. Advocaat Pim Fischer laat weten nog deze week uitspraak van de zaak in Rotterdam te verwachten. De zaak waarin hij vreemdelingen uit Eindhoven vertegenwoordigt, diende maandag in Den Bosch. Uitspraak daar volgt over twee weken. Nog voor het einde van het jaar begint Fischer Advocaten ook een zaak voor getroffen mensen in Amsterdam, aldus de advocaat.
Via de LVV worden vreemdelingen opgevangen die geen recht hebben op verblijf in Nederland. Het moet voorkomen dat mensen zonder enige vorm van hulp op straat belanden. Gemeenten Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht hebben eerder al aan Faber hun zorgen geuit over het stopzetten van de regeling en subsidie. Ze zijn bang dat ongedocumenteerden zonder voorzieningen op straat belanden, „met alle gevolgen van dien voor openbare orde en veiligheid”, zo schreven ze in juli al aan de minister.
De gemeente Utrecht heeft wel gezegd de regeling op eigen kosten in stand te willen houden, maar volgens Fischer is daar uiteindelijk bij alle gemeenten niet genoeg geld voor. „Het is een rijksverplichting om opvang te regelen voor deze groep”, en dus is in alle zaken de minister de gedaagde in de rechtbank.