Wordt de SGP na de onderwijsdeal het schoothondje van Wilders?
Het schoothondje van Wilders. De bedrijfspoedel van het kabinet-Schoof. De wankelende onderwijsbegroting van minister Eppo Bruins werd vorige week op het nippertje gered door CDA, SGP, ChristenUnie en JA21 en dat kwam met name de christelijke partijen op veel kritiek te staan.
Oppositieleider Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA sprak van een historische fout. Volgens DENK is de SGP een pact aangegaan met de PVV zodat de twee samen hun anti-islamagenda kunnen gaan uitrollen over Nederland.
„Klinkklare oppositieretoriek”, zegt politiek redacteur Jakko Gunst in de podcast Bellen met Den Haag. „De suggestie is dat CDA, SGP en ChristenUnie zich na deze deal structureel beschikbaar willen houden om het kabinet zo blijvend aan een meerderheid te helpen in de Eerste Kamer. Dat is niet zo.”
Aan de hand van een historisch uitstapje illustreert Jakko dat debatten waarin oppositiepartijen elkaar de maat nemen omdat een deel van hen een keer constructief samenwerkte en een ander deel niet, steevast verlopen volgens hetzelfde patroon. „In 2013 moest de begroting van het kabinet-Rutte II worden gered. D66, ChristenUnie en SGP schoven aan en kwamen tot een akkoord. Geert Wilders maakte de drie toen uit voor „nepoppositie.” Arie Slob van de ChristenUnie beschuldigde de partijen die zich toen afzijdig hielden van „hangmatpolitiek” en Kees van der Staaij van de SGP verweerde zich met de slogan: „Als er goed gereformeerd wordt, knapt iedereen daarvan op.”
Kortom, de mechanismes en de woordkeuzes zijn eigenlijk steeds hetzelfde; het enige dat weleens verandert, is welke partij in welk rijtje staat.” Dat partijen reserves koesteren ten opzichte van Wilders vindt Jakko terecht. „Zijn verhouding tot de rechtsstaat is zwaar problematisch. Maar een slechte begroting minder slecht maken, is toch echt iets anders dan zorgen dat een coalitie waarin de PVV de bovenliggende partij is in het zadel blijft.”