Hermans: mogelijk stroomtekort in 2033 niet direct reden tot zorg
In het jaar 2033 is mogelijk voor het eerst voor enige uren onvoldoende elektriciteit beschikbaar. Dat blijkt uit de Monitoring Leveringszekerheid van TenneT, waarover energieminister Sophie Hermans schrijft in een brief aan de Kamer. Omdat op momenten van grote schaarste de prijs enorm omhooggaat, verwacht de bewindsvrouw dat de markt de grootste problemen opvangt.
„Afnemers zullen dan geneigd zijn om, nog meer dan normaal, hun vraag te verminderen en producenten zullen tot het uiterste gaan om op deze momenten extra elektriciteit aan te bieden”, schrijft Hermans. Deze marktwerking leidt er volgens TenneT toe „dat er in de praktijk waarschijnlijk zelden tot geen situaties zullen gaan ontstaan” waarbij de netbeheerder moet overgaan tot „vrijwillige afschakeling van een deel van de Nederlandse vraag”. Een eventueel tekort zal wel „een flinke impact” kunnen hebben.
Nederland heeft een goede uitgangspositie „dankzij moderne gascentrales”. Maar door de overstap naar groene energiebronnen (wind- en zonne-energie) wordt in de toekomst een steeds kleiner deel van het elektriciteitsaanbod regelbaar. Belangrijk is vooral de inzet op flexibel gebruik van het stroomnet, benadrukt Hermans nog maar eens in haar brief. Het kabinet blijft flexibiliteit aanmoedigen, aldus de bewindsvrouw.
Het is volgens TenneT nog niet nodig om te grijpen naar „kostbare maatregelen”, zoals het oprichten van een ‘capaciteitsmechanisme’. Met zo’n systeem kunnen elektriciteitsproducenten bijvoorbeeld worden betaald om stroom achter de hand te houden. Deze stroom wordt dan ingezet als een tekort dreigt. Het kabinet wil wel kijken naar zo’n mechanisme als „terugvaloptie”, maar ziet ook nadelen aan dat systeem. Hermans laat eerst onderzoek doen naar mogelijke capaciteitsmechanismen die een oplossing bieden voor de specifieke problemen in Nederland.