Onderzoekers: ook volgend jaar weinig overlast eikenprocessierups
De overlast van de eikenprocessierups viel mee dit jaar en ook volgend jaar verwachten onderzoekers een „lage plaagdruk”. Wel kunnen er lokaal „hotspots” met veel overlast zijn, meldt Kenniscentrum Eikenprocessierups woensdag.
Afgelopen jaar zijn veel minder eikenprocessievlinders aangetroffen per val. Het aantal zakte naar het laagste niveau in veertien jaar. „Op basis van het aantal vlinders kunnen we concluderen dat er weinig eipakketjes zijn afgezet”, legt bioloog Arnold van Vliet van de universiteit Wageningen (WUR) uit. Daarmee zitten waarschijnlijk minder rupsen in de bomen volgend jaar en dus hebben mensen minder last van de brandharen.
Wel zit er een onzekerheidsfactor in. De onderzoekers weten niet hoeveel rupsen zich onder de grond bevinden. „Onder de grond kunnen ze een langere rustfase hebben”, vertelt Van Vliet. „Als de rupsen in juni naar boven komen, kan de plaagdruk snel toenemen.”
De hoogste piek met overlast van de eikenprocessierups was te zien in 2019. Toen gingen ook veel mensen naar de huisarts, omdat ze last hadden van jeuk of van hun ogen of luchtwegen. Inmiddels hebben aanzienlijk minder mensen last. Het kenniscentrum merkt op dat het weer dit jaar een rol speelde. Door veel regen in juni waren mensen minder buiten en was er minder kans dat ze in contact kwamen met de brandharen.
De afname van de eikenprocessierups en -vlinder is onder meer te danken aan beheersmaatregelen van gemeenten en provincies. Ook ziet het Kenniscentrum Eikenprocessierups dat er succesvolle maatregelen waren om de natuurlijke vijand te bevorderen. Zo kunnen onder meer parasieten, vleermuizen en vogels de eikenprocessierups tegengaan.