Post Uit Charkiv: Compassie met ontheemde, niet met zijn huisdier
Tussen de vluchtelingen eist Knopik de hoofdrol op. Terwijl langs hem heen ontheemden stilletjes het opvangcentrum in sjokken, blaft, jankt en rukt het hondje aan de ketting waarmee hij aan de vlaggenmast naast de ingang is vastgemaakt.
Algauw duikt zijn baasje op, de 68-jarige gepensioneerde fabrieksarbeider Michaïl. Ook hij is net door hulpverleners uit het frontgebied van de provincie Charkiv geëvacueerd, met zijn vrouw en met Knopik, oftewel Knoopje, zoals hij zijn hondje heeft genoemd.
Het is niet gek dat het hondje de zenuwen krijgt, legt de man uit. Ze hebben de sleutel gekregen van een nieuw onderkomen, maar daar blijken honden niet toegestaan. „Hoor je dat? Hij huilt”, zegt de man over het dier, dat nu zachtjes op de tegels ligt te piepen.
De solidariteit voor vluchtelingen is nog altijd ruimschoots aanwezig in Oekraïne. Het probleem vormen de huisdieren. Ontheemden nemen honden, katten, vogeltjes, hamsters, cavia’s en konijnen mee. Daar is niet elke verhuurder blij mee. „Als hij hier achter moet blijven, slaap ik op straat”, zegt Michaïl beslist.
Zijn vrouw Valentina (66) vertelt dat de Russen vanuit een drone een granaat op het dier hadden gedropt; verspreid over zijn vacht zijn littekens van scherven zichtbaar. „Telkens probeerde ik hem binnen te halen, maar hij bleef achter die zoemende monsters aan rennen.”
Ondanks de beschietingen wilde het echtpaar niet vertrekken. Maar toen de stroom en het gas werden afgesloten en hun huis deels werd verwoest, gaven ze het op. „De laatste dagen lag Knopik stilletjes in een hoekje. Er kwamen tranen uit zijn ogen.”
„Gaan we dan maar zonder hem?” vraagt Michaïl zijn vrouw. Hij lijkt de moed op te geven. Zijn vrouw houdt vol. „Zonder Knopik gaan we nergens heen.” Haar echtgenoot brengt die boodschap weer over aan de coördinator van de opvang.
Hun standvastigheid helpt. Tegen de avond komt de coördinator van de opvang naar buiten om te vertellen dat hij op de valreep een plek gevonden heeft waar hun hondje ook welkom is. „Hij is zo blij. Hij lacht voor het eerst”, zegt Valentina, wijzend naar Knopik.
Hun nieuwe onderkomen bestaat weliswaar uit slechts een schaars gemeubileerd kamertje in een tweekamerflat, dat ze delen met andere vluchtelingen. Maar het drietal wordt hartelijk verwelkomd door de buren – die ook vluchtelingen blijken te zijn, nota bene uit dezelfde regio. Zij hebben ook een hond, zo blijkt: een klein keffend keeshondje.
„Het zal me benieuwen of het een jongen of een meisje is”, zegt Valentina, terwijl ze zichzelf en haar spullen installeert. „Als het een dame is komt het goed. Als het een mannetje is kan dit nog problemen opleveren.”
Dat Knopik maar blijft janken komt omdat hij moet plassen, weet haar man. Dus lijnt Michaïl het dier aan en trekt hem de tien trappen af naar beneden. Buiten verdwijnt het vluchtelingentweetal ergens in het duister. Daar gaat Knopik eerst maar eens zijn nieuwe territorium afbakenen.
rd.nl/postuit