Verkiezing Trump doet waarde dollar stijgen en Nederland merkt dat
Twee maanden voordat Donald Trump aan zijn nieuwe presidentschap begint, is de dollar al fors in waarde gestegen. En dat merken we ook in Nederland.
Iedere Nederlander met een auto voelt het in zijn portemonnee: Donald Trump zit straks weer in het Witte Huis. Hij is nog niet eens begonnen en de benzineprijs is hier al fors omhooggegaan.
Trumps aangekondigde beleidsmaatregelen doen de koers van de dollar stijgen. En omdat olie en andere brandstof meestal in dollars worden afgerekend, is de benzineprijs in Nederland al met 10 cent per liter gestegen, becijferde consumentenclub UnitedConsumers vorige week.
Er is weinig zo direct van invloed op de hele wereldeconomie als de stand van de dollar. Dat gaat verder dan de benzineprijs in Nederland, of hoeveel je kunt uitgeven op vakantie.
De dollar wordt zo vaak gebruikt, dat de hele wereldhandel met 0,8 procent kan krimpen als de dollar 1 procent in waarde toeneemt, bleek uit een gerenommeerde economenstudie uit 2017. Sinds de verkiezingsuitslag is de dollar al met zo’n 3 procent gestegen, afgezet tegen een gewogen gemiddelde van andere belangrijke valuta. Dat is een grote stijging in korte tijd.
De reden is simpel: Trumps beleid snelt zijn aantreden vooruit. Zo komen er vrijwel zeker forse invoerrechten op goederen uit China en in mindere mate op spullen uit de rest van de wereld. Trump wil daarmee zijn eigen industrie steunen en Amerikanen minder uit het buitenland laten kopen.
Extra inflatie
Maar die binnenlandse industrie moet nog wel even op gang komen, waarschuwen economen. Je kunt niet verwachten dat de Verenigde Staten in één klap de capaciteit hebben om alle kleding, koelkasten en tv’s zelf te produceren. Tot die tijd kunnen de invoerrechten voor extra inflatie zorgen.
Bij aanhoudend hoge inflatie zal de centrale bank niet schromen de rente in het land hoog te houden. En daar zit de crux: een hoge rente maakt het voor beleggers aantrekkelijker om hun geld in dollars aan te houden. Ook Trumps voorkeur voor lage belastingen kan de inflatie verder aanjagen.
Valutahandelaren kijken graag vooruit en hebben aan de beloften van Trump genoeg om hun euro’s, yens en renminbi’s nu al om te wisselen voor dollars.
Ironisch genoeg heeft Trump zelf een hekel aan een hoge dollarkoers. „Je zou denken dat ik blij ben met onze zeer sterke dollar”, zei hij in 2019. „Dat ben ik niet!”
Geef hem maar een zwakke munt, dan kan de eigen industrie makkelijker concurreren met buitenlandse fabrikanten. Ook aanstaand vicepresident J.D. Vance zei vorig jaar dat er wel heel veel „onzinnige spullen” worden geïmporteerd, terwijl de Amerikaanse industrie zowat op haar gat ligt.
„Trump heeft alleen oog voor het handelstekort, waarbij de VS meer importeren dan dat ze exporteren” - Steven Brakman, hoogleraar macro-economie
Dat zijn eigen beleid juist zorgt voor die sterke dollar, lijkt Trump volgens de Groningse hoogleraar macro-economie Steven Brakman niet helemaal te begrijpen. „Trump heeft alleen oog voor het handelstekort, waarbij de VS meer importeren dan dat ze exporteren. Dat vindt hij heel vervelend, hij is erdoor geobsedeerd.” Trump denkt volgens Brakman niet verder dan het gebruik van zijn favoriete instrument: invoerheffingen.
De hoogleraar is niet de enige die zich verbaast over Trumps tegenstrijdige beleidsideeën. Dat doen de meeste economen.
Nu hebben overheden al decennia de gewoonte om zich niet te bemoeien met hun eigen valuta. Het is veel gezonder om de koers daarvan aan de markt over te laten, was het credo. Maar het is niet zeker dat Trump en Vance zich aan die ongeschreven regel gaan houden. Wat zijn hun opties?
Het makkelijkst is om een speciaal fonds in te zetten dat al in de jaren dertig van de vorige eeuw is bedacht om de dollarkoers bij te sturen. In dit zogeheten Exchange Stabilization Fund zit pakweg zo’n 200 miljard dollar, dat het ministerie van Financiën kan gebruiken om andere valuta aan te kopen. Dan komen er veel nieuwe dollars op de markt, wat de koers ervan zou doen dalen.
Maar of dat veel helpt? Een paar honderd miljard dollar is veel, maar het zal nooit genoeg zijn om de koers veel te beïnvloeden. Daarvoor zijn er simpelweg te veel dollars in omloop.
Knauw
Eigenlijk kan Trump bijna niet zonder de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, om de dollar echt een knauw te geven. Zet de ‘Fed’ zijn rente wat lager, dan is de dollar minder aantrekkelijk voor beleggers en daalt de koers direct. Maar het is onwaarschijnlijk dat Fed-baas Jerome Powell zich voor dat karretje laat spannen, schreven analisten van zakenbank Wells Fargo onlangs.
„De centrale bank moet echt een onafhankelijk instituut zijn” - Steven Brakman, hoogleraar macro-economie
Niet in de laatste plaats omdat Powell al heeft gezegd dat hij zich niet laat intimideren en dat hij ook niet zal opstappen als Trump daar straks op aandringt. „Dat is heel belangrijk”, zegt Brakman. „De centrale bank moet echt een onafhankelijk instituut zijn.” Je wilt niet dat het centralebankbeleid afhangt van de grillen van een president die zelf ook een valutabelang heeft met zijn eigen hotelketens, aldus de hoogleraar, verwijzend naar Trumps zakenimperium.
Analisten van onder meer ABN AMRO voorzien dat de Fed juist beleid blijft voeren dat de dollar versterkt ten opzichte van de euro. Wat Trump wél kan doen, is een loyaler persoon voordragen als Powells termijn in 2026 verloopt.
Hoelang de munt zo sterk blijft, is moeilijk te zeggen. Analisten van zakenbank Barclays zeggen dat 1 dollar net zo veel waard kan worden als 1 euro, mocht Trump zijn plannen rond de heffingen doorzetten. Omdat zijn Republikeinse Partij de meerderheid heeft in het Congres, is dat zeker niet uitgesloten.
Andere analisten, onder meer van de Franse bank Société Générale, denken dat de dollar niet meer veel verder zal stijgen. Wel zou de munt ook volgend jaar nog op een hoog niveau blijven.