De index van S&P Global die de algehele bedrijvigheid in de eurozone meet, nam deze maand af naar een stand van 48,1. Dat is het laagste niveau in tien maanden. De bedrijvigheid zakte daarmee ook onder het niveau van 50, dat het verschil tussen groei of krimp aangeeft. In oktober kwam de index nog op precies 50 uit en economen hadden verwacht dat de bedrijvigheid ook in november op dat niveau zou blijven.

Vooral de sterke verslechtering in de dienstensector komt als een verrassing. Daar nam de activiteit voor het eerst sinds januari af. De industrie kromp daarnaast in november harder dan in oktober. Volgens Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij Hamburg Commercial Bank, hadden de cijfers „niet veel slechter kunnen zijn”. „De industrie van de eurozone zakt dieper weg in een recessie, en nu begint ook de dienstensector te worstelen na twee maanden van marginale groei.”

De la Rubia verwacht ook geen herstel in de komende maanden, aangezien zowel de nieuwe orders als de orderportefeuilles van bedrijven in november nog sneller zijn gedaald dan in oktober. Ook vallen de consumentenbestedingen nog altijd tegen, ondanks de lagere inflatie en hogere lonen.

Volgens ING-econoom Bert Colijn zijn de cijfers van november een nieuwe wake-upcall voor beleidsmakers in de eurozone dat de economie tekenen van zwakte blijft vertonen. De zwakke cijfers voeden daarnaast de speculatie dat de Europese Centrale Bank de rente in december mogelijk met een stevigere stap van een half procentpunt gaat verlagen, na de verlaging van een kwart procentpunt in oktober. Door het vooruitzicht van een mogelijke grotere renteverlaging in het eurogebied daalde de euro vrijdag tot het laagste niveau in twee jaar ten opzichte van de dollar.