Ook religieus erfgoed slachtoffer van oorlog in Oekraïne
De oorlog in Oekraïne duurt 20 november duizend dagen. Tijdens die duizend dagen zijn er meer dan 500 Oekraïense kerkgebouwen verwoest. Dat betekent dat er om de andere dag een gebedshuis onbruikbaar wordt.
Er zijn talloze voorbeelden van kerken in puin. In Pokrovsky, een stad in de regio Donetsk –waar meer dan 120 kerken beschadigd zijn– verwoestten Russische granaten de Oekraïens-orthodoxe kerk (UOC). In het 110 jaar oude gebouw ligt de grond bezaaid met puin, is een deel van het plafond en de muur verwoest en het altaar vernield. Het eeuwoude erfgoed is onherstelbaar beschadigd.
In Bohorodychne ligt de spits van het eens zo fiere kerkgebouw als een afgebroken luciferhoutje op de grond. De oorlog maakte van het blauwe gebedshuis een kleurloze hoop puin.
In Novoekonomichne is in de overgebleven fresco’s nog iets zichtbaar van het orthodoxe interieur van het religieuze erfgoed. Een luchtaanval beschadigde een groot deel van het kerkgebouw.
In Oleksandro-Shultyne is eveneens de toren van de kerk geschoten. Ergens is er schoonheid in het beeld dat nu zichtbaar wordt als je vanuit het puin van de St.-Georgekerk omhoogkijkt. Maar ook dit gebedshuis is ongeschikt geworden voor het doel waarvoor het gebouwd is.
Het erfgoed van meer dan 500 kerkgebouwen is verwoest. Meer dan 500 gebedshuizen zijn verloren gegaan. Oekraïners kunnen op meer dan 500 plaatsen niet langer in gemeenschappelijk gebed hulp zoeken bij de almachtige God. Terwijl juist die steun van het gezamenlijk gebed noodzakelijk is in een oorlog waaraan ook na duizend dagen nog geen einde lijkt te komen.