De rechtbank Amsterdam heeft de beide verdachten van de liquidatie van crimineel Lucas Boom (43) in 2015 in Zaandam vrijgesproken. De rechtbank zag onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van Qio C. en Genaro L. Het Openbaar Ministerie had eerder levenslang geëist tegen C. en 16,5 jaar tegen L.
Boom werd in juni 2015 neergeschoten, nadat hij zijn zoontje naar school had gebracht. Het slachtoffer werd voor de ogen van tientallen schoolkinderen op klaarlichte dag beschoten. Er werden 38 kogels op hem afgevuurd, vermoedelijk uit een automatisch wapen. Boom zou 25 keer geraakt zijn en overleefde dit niet.
Volgens justitie zou C. een van de schutters zijn en L. verkenningen hebben uitgevoerd. De rechtbank zag wel aanwijzingen dat de twee mogelijk betrokken zouden kunnen zijn, maar te weinig bewijs voor een veroordeling. Dat de telefoons van beiden rond de moord in de buurt waren geweest was voor de rechter niet genoeg om te bewijzen dat ze betrokken waren. „Het dossier biedt hiervoor onvoldoende aanknopingspunten”, concludeerde de voorzitter van de rechtbank.
De schutters gingen er na de moordaanslag vandoor in een bestelbus, die later uitgebrand werd teruggevonden in Amsterdam-Noord. Ook van het in brand steken van de bus sprak de rechtbank de verdachten vrij.
De twee hebben altijd ontkend, zij werden in 2015 al aangehouden voor betrokkenheid bij de moord, maar het kwam destijds niet tot een strafzaak. In 2021 werd het onderzoek heropend na een verklaring van een tweede anonieme getuige. Die verklaring kon volgens de rechtbank niet gebruikt worden als bewijs. „Omdat die niet genoeg wordt gesteund door ander bewijs”, zei de voorzitter. Dat is een vereiste.
Het duo kreeg eerder al 13,5 en 20 jaar, voor de mislukte moordaanslag op de Amsterdamse crimineel Peter ‘Pjotr’ R. in Diemen in november 2015. Een derde verdachte in de liquidatiezaak van Boom werd eerder ook vrijgesproken. In de zaak dient hoger beroep. Hij zit op dit moment een gevangenisstraf van 29,5 jaar uit voor de zogeheten vergismoord op de 17-jarige stagiair Mohamed Bouchikhi in januari 2018 in het Amsterdamse buurthuis in de buurt Wittenburg.