„Je kunt eraan voorbij lopen, niemand die het merkt.” Als een boosaardig stemmetje fluistert dit door mijn hoofd als ik deze zomer in Cuba meega met voorgangers op huisbezoek.
Dat zijn niet zomaar visites zoals wij die kennen. U weet wel, die met een hoog ”u was aan de beurt”-gehalte. Nee, dit zijn bezoeken aan mensen die er diep doorheen gaan. Omdat ze zwaar te lijden hebben onder de crisis in hun land. Bij hun huisje naar binnen gaan of buiten blijven is dan steeds een keuze van enig gewicht, want ik weet: wat je binnen aantreft is aangrijpend.
Het is maar goed dat ds. Lemuel Espinosa en ds. Samuel voorop gaan, de wijk in. Ds. Espinosa doet dat in zijn woonplaats Camagüey, ds. Samuel in Holguin, de stad waar hij predikant is. En als een kleine jongen voel ik me bij de hand genomen: „Ga mee, het komt goed daarbinnen.”
„Schrijnend om te zien hoe Cubanen het steeds moeilijker krijgen. Maar ook bemoedigend hoe de kerken –misschien wel juist door die ellende– tot zegen zijn” - Marlene Pors, projectcoördinator Bijzondere Noden
En zo stap ik op een zinderend hete dag (het loopt tegen de 40 graden) het huisje binnen waar de 31-jarige Lazara met zoontje Ricardo (12) en moeder Teresa (64) woont. Oma lijdt aan kanker en heeft niet lang meer te leven. Lazara zelf is gehandicapt. Ricardo oogt vitaal, maar ik maak me niet minder zorgen om hem, want wat doen deze omstandigheden met een jongen van twaalf?
Nu wist ik het, want vele malen was het al voorbijgekomen: voedsel en medicijnen zijn in Cuba schaars en wát er nog is dat is onbetaalbaar. Voor miljoenen Cubanen is het daarom iedere dag op scherp staan, eropuit trekken en ervoor zorgen dat er uiteindelijk toch weer net genoeg eten op tafel komt. Wie met ziekte kampt, moet zelf van hot naar her lopen om aan medicijnen te komen. Als ik Lazara daar stilletjes zie zitten, met daarnaast haar moeder, besef ik: die bikkelharde wedloop verliezen zij. Maar ik denk te somber en ben voorbarig, zo blijkt op het moment dat ds. Espinosa een tas met eerste levensbehoeften en medicijnen tevoorschijn haalt en aan Lazara overhandigt. Alsof hij zeggen wil: Inderdaad, die wedloop dat wordt niks, maar als gemeente gaan we voor jullie zorgen.
Even later staan we weer buiten en gaan we op weg naar een volgend huisje. Om weer te oefenen in buiten blijven of naar binnen gaan. Of toch niet? „Hier, pak aan”, zegt ds. Espinoza en prompt krijg ik zo’n tas met inhoud in mijn handen gedrukt. Zijn boodschap is helder: buiten blijven is geen optie meer.