Coalitie en kabinet verwijzen vragen door naar Achahbar
Wat is er nu precies gezegd in de ministerraad van maandag, en welke uitspraken gingen een grens over voor de afgetreden NSC-staatssecretaris Nora Achahbar? Vanuit de top van het kabinet en de coalitie worden vragen hierover doorverwezen naar Achahbar zelf. Na meer dan twaalf uur overleg, waarvan een flink deel in crisissfeer, stonden premier Dick Schoof en de leiders van de coalitiefracties slechts summier de pers te woord.
„Er was en is geen sprake van racisme”, herhaalde Schoof keer op keer in zijn persconferentie tegen middernacht. Maar waar de anonieme berichten over discriminerende opmerkingen in de ministerraad op gebaseerd zijn, wilde hij niet kwijt. Volgens hem gaan de zorgen van Achahbar ook vooral over polarisatie in de samenleving. „Maar uiteindelijk zult u dat ook haar zelf moeten vragen.” In zijn persconferentie wilde hij slechts op vragen van enkele media antwoord geven. „Het is al laat”, zei Schoof nadat het kabinet de hele vrijdag in het Catshuis achter gesloten deuren overleg had gevoerd.
Hoewel Nicolien van Vroonhoven (tijdelijk fractievoorzitter van NSC) wat tijd nam voor de pers, wilde zij het verschil tussen Achahbar en de rest van het NSC-smaldeel in het kabinet niet verklaren. „Daar zult u mevrouw Achahbar zelf over moeten bevragen.” De andere fractieleiders waren kortaf, en beantwoordden slechts enkele vragen. „U zult aan haar moeten vragen wat zij zelf heeft ervaren en waarom ze dit doet”, zei Dilan Yeşilgöz toen zij werd gevraagd naar het vertrek van de staatssecretaris. Caroline van der Plas (BBB): „Dat moet u aan Nora vragen.”
Geert Wilders, leider van de grootste regeringspartij PVV nam na de crisisdag amper een minuut de tijd om zich te verantwoorden tegenover de pers. „Ik ga u niet vertellen waar wij met elkaar over gesproken hebben”, zei hij. „Ik ben blij dat het kabinet doorgaat.”
Achahbar kon pas na Schoof een verklaring afleggen, en beantwoordde geen vragen. In een kort statement op het ministerie van Financiën zei de afgezwaaide bewindsvrouw dat de manier waarop het debat over antisemitisme en integratie is gevoerd „in strijd” is met haar waarden. „Met mijn stap trek ik een streep in het zand voor mij als persoon. Ik hoop dat dit een moment is waarmee ik duidelijk maak dat het anders moet.”