Schoof: geen racisme in kabinet of in coalitiefracties
In het kabinet en de coalitiefracties in de Tweede Kamer is en was geen racisme, hebben zij volgens premier Dick Schoof vastgesteld. Het opstappen van NSC-staatssecretaris Nora Achahbar, die niet kon leven met volgens haar te harde uitspraken over mensen met een migratie-achtergrond, kwam „onverwacht”. Achahbars vertrek raakt Schoof en de andere kabinetsleden, zei hij na een dag overleg in crisisstemming van kabinet en coalitie.
„We hebben als kabinet uiteindelijk het vertrouwen uitgesproken om met elkaar door te gaan”, zei Schoof vrijdagavond even voor middernacht. „De uitkomst van de gesprekken van vandaag is dat dit kabinet een kabinet wil zijn voor alle Nederlanders, en ook wil blijven.” De bewindslieden en de leiders van de vier regeringspartijen hebben „lang en goed met elkaar gesproken” en zij „hebben er alle vertrouwen in dat er in de fracties en in het kabinet geen sprake was of is van racisme”.
Achahbar en collega-NSC’ers namen volgens ingewijden vooral aanstoot aan uitspraken van minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en asielminister Marjolein Faber (PVV). Heinen zou na het geweld in Amsterdam hebben gesproken over „pus” en leek dat volgens critici op de migranten- of islamitische gemeenschap te betrekken. Daar was volgens medestanders van Heinen geen sprake van. Faber zou hebben gesteld dat antisemitisme „in de genen” van moslims zit. Haar partijleider Geert Wilders zei woensdag in de Kamer dat de „moslims” die achter de aanvallen op supporters van Maccabi Tel Aviv zaten „Jodenhaat hebben tot in hun DNA”.
Schoof wil niet ingaan op de gewraakte uitlatingen, omdat die in de ministerraad zouden zijn gedaan. Wat daar wordt besproken blijft minstens twintig jaar geheim.
NSC heeft het kabinet niet gevraagd om de rechtsstaatverklaring nog eens te herbevestigen, aldus Schoof. Die bedong de partij van Pieter Omtzigt in de kabinetsformatie om te verzekeren dat de democratische spelregels gerespecteerd zouden worden. „Dat is niet nodig”, zei Schoof. „Dat is vanzelfsprekend.” Die wens heeft dan ook „niet op tafel gelegen” tijdens het crisisberaad.